2H, onderdeel ZWW, HWW en KWW

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Zelfstandig werkwoord

• ZWW
• geeft de handeling aan 
• kan er maar één van zijn
• staat vaak achterin de zin
• infinitief of vdw

Hulpwerkwoord

• HWW
• helpt een zww
• kunnen er meer van zijn
• staat NOOIT alleen in een zin

• Karel werkt hard.
• Karel heeft hard gewerkt.
• Karel kan best hard werken.
• Karel zal hard moeten werken.

Het koppelwerkwoord 

• Een vorm van zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen (ezelsbruggetje: ZWABBELS+HDV)
• Het onderwerp is iets (GEEN HANDELING)!
• Koppelwerkwoord koppelt het onderwerp aan een eigenschap of toestand (vaak een znw of bijv. nw.)
• TIP: je kunt de eerste drie koppelwerkwoorden door elkaar vervangen.

Kijk volgend filmpje i.v.m. koppelwerkwoord. Daarna volgen enkele vragen hierover.

Welke zijn de 3 koppelwerkwoorden die vaakst gebruikt worden ? Zoals in het filmpje vermeld.

Welke zijn de andere 6 koppelwerkwoorden ? Denk aan ZWABBELS-HDV

https:

Geef bij de volgende grootgedrukte werkwoorden aan of het ZWW, HWW of KWW is.

Volg hierbij volgend stappenplan.

Dit krijg je ook op papier.

Parijs IS een prachtige stad.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Mijn ouders ZIJN heel aardig geweest.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Die jongen BLIJKT een taaie.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Op Instagram STAAT een rare foto.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Later WORDT mijn broer tandarts.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Gisteren heb ik een nieuw bed GEKOCHT.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Zij ZOU naar school komen vandaag.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Mijn oma heeft de lekkerste appeltaart GEBAKKEN.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Mijn hond is de hele dag lief GEWEEST.

1. HWW
2. ZWW
3. KWW

Hij WORDT een aardige docent.

1. kww
2. hww
3. zww

Evaluatie : ik kan HWW, ZWW en KWW herkennen.

1. JA
2. ONGEVEER
3. NEE
4. Ik heb extra uitleg nodig