avoir être faire prendre

onregelmatige werkwoorden
être
avoir
faire
prendre
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

onregelmatige werkwoorden
être
avoir
faire
prendre

Slide 1 - Slide

être = zijn
je suis = ik ben
tu es = jij bent
il/elle/on est = hij / zijn/ men is, wij zijn
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont

Slide 2 - Slide

avoir = hebben
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont

Slide 3 - Slide

faire = maken, doen
je fais
tu fais
il/elle/on fait
nous faisons
vous faites
ils/elles font
wordt veel gebruikt bij sport: je fais du foot

Slide 4 - Slide

prendre = nemen
je prends
tu prends
il/elle/on prend
nous prenons
vous prenez
ils/elles prennent

Slide 5 - Slide

passé composé
alle 4 met hulpww avoir en een voltooid deelwoord

j'ai été = ik ben geweest
j'ai eu = ik heb gehad
j'ai fait = ik heb gemaakt/gedaan
j'ai pris = ik heb genomen

Slide 6 - Slide

vormen van être

Slide 7 - Mind map

avoir

Slide 8 - Mind map

faire

Slide 9 - Mind map

prendre

Slide 10 - Mind map

as
fait
prends
je
tu
il

Slide 11 - Drag question

prennent
faites
sommes
nous
vous
elles

Slide 12 - Drag question

ik ben
A
je fais
B
je suis
C
je prends
D
j'ai

Slide 13 - Quiz

tu-vorm prendre
A
prendes
B
prend
C
prends
D
pris

Slide 14 - Quiz

nous-vorm van prendre
A
prenons
B
prisons
C
prommes
D
prendons

Slide 15 - Quiz

vous-vorm van faire
A
fairez
B
faisez
C
faitez
D
faites

Slide 16 - Quiz

vertaal:
ik ben

Slide 17 - Open question

vertaal:
hij is

Slide 18 - Open question

vertaal:
jullie nemen

Slide 19 - Open question

vertaal:
zij heeft

Slide 20 - Open question

jullie zijn

Slide 21 - Open question

jij hebt genomen
A
tu as prené
B
tu as prenu
C
tu as prisé
D
tu as pris

Slide 22 - Quiz

zij zijn geweest
A
ils ont êtré
B
ils sont été
C
ils ont été
D
ils été

Slide 23 - Quiz

ik heb gevoetbald
A
j'ai fait du foot
B
j'ai faité du foot
C
j'ai fairé du foot
D
j'ai faisé du foot

Slide 24 - Quiz

jullie hebben gehad
A
vous avez avoiré
B
vous avez eu
C
vous avez avoir
D
vous eu

Slide 25 - Quiz

vertaal:
jij hebt genomen

Slide 26 - Open question

vertaal:
hij heeft gehad

Slide 27 - Open question

jullie zijn geweest

Slide 28 - Open question

ik heb gedaan/gemaakt

Slide 29 - Open question

en nu?
Oefen de werkwoorden avoir, être, faire, prendre op verbuga.com
Ze staan in het tweede vakje, zet het eerste vakje de présent en de passé composé aan. 

Maak 8F, (online 3.3)


Succes!

Slide 30 - Slide