This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Koopkracht, CPI, verzekeren
Slide 1 - Slide
Koopkracht
Slide 2 - Slide
CPI
Slide 3 - Slide
Verzekeren?
Verzekering: Overeenkomst tussen een verzekeraar en een verzekerde, waarbij de verzekerde tegen betaling van een periodiek bedrag (premie)de garantie krijgt dat eventuele schade door de verzekeraar wordtvergoed.
Verzekeren Ja/Nee? Kosten vergelijken met financieel risico!!
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Verplichte verzekering
Geen eigen risico
Ook goede risico's verzekeren zich
Goede risico's vinden het te duur om zich te verzekeren
Slide 6 - Drag question
Welk begrip hoort bij de omschrijving? Jaarlijkse of maandelijkse betaling voor je verzekering.
A
polis
B
premie
C
eigen risico
D
verzekeringsvoorwaarden
Slide 7 - Quiz
Verzekeraar
Verzekerde
Je wilt een onzeker voorval verzekeren.
Organisatie die het financiële onzekere voorval van jou overneemt
Slide 8 - Drag question
Bij een zorgverzekering kun je je eigen risico verhogen. Je betaalt dan:
A
meer premie
B
minder premie
C
evenveel premie
Slide 9 - Quiz
Wie betaalt het "eigen risico"?
A
De verzekeraar
B
De verzekerde
C
Derden
D
Niemand
Slide 10 - Quiz
Wat is averechtse selectie?
A
Uit individuele premiebetaling wordt vermogen gevormd voor de financiering van uitkeringen in de toekomst.
B
De hoogte van een subsidie of bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het inkomen.
C
Houdt in dat de mensen met een hoog risico zich wel verzekeren en de mensen met een laag risico niet.
D
De verzekeraar is verplicht iedereen die zich aanmeldt te verzekeren tegen dezelfde premie.
Slide 11 - Quiz
Door collectieve dwang bij de verplichte WA-autoverzekering voorkomt de overheid averechtse selectie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Wat is Asymmetrische informatie?
A
Je veroorzaakt meer schade omdat je verzekerd bent
B
De ene weet meer dan de ander (de prijs gaat omlaag)
C
Alleen de slechte risico's verzekeren zich
D
Mensen moeten verplicht een verzekering nemen
Slide 13 - Quiz
Wat is moreel wangedrag?
A
Je veroorzaakt meer schade omdat je verzekerd bent
B
De ene weet meer dan de ander (de prijs gaat omlaag)
C
Alleen de slechte risico's verzekeren zich
D
Mensen moeten verplicht een verzekering nemen
Slide 14 - Quiz
Wat is een voorbeeld van moreel wangedrag?
A
Niet op tijd betalen van de verzekeringspremie.
B
Een Felyx-scooter huren en ermee gaan stunten.
C
Als je liegt dat je iphone is gestolen.
D
Een auto kopen zonder WA-verzekering af te sluiten.