This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Plant & Dier
Zorg
12-01
Plant & dier
1 havo
Slide 2 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
1. Hoe was jouw vakantie?
2. Herhalen mbv spelletje
3. PK 2 en TK 6
4. Afsluiting
Slide 3 - Slide
Vertel aan jouw groepje het leukste en het stomste van jouw vakantie.
Daarna bespreken we een aantal verhalen klassikaal.
timer
6:00
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Je kunt meerdere orgaanstelsels in een dier benoemen.
Je beschrijft de verschillende stappen van de levenscyclus van een plant en dier en kunt de overeenkomsten in de levenscyclus tussen de planten en dieren benoemen.
Je beschrijft wat abiotische en biotische factoren zijn, geeft daarbij voorbeelden en geeft aan hoe deze factoren van invloed zijn op de organismen in een bepaald gebied.
Je verklaart hoe organismen zijn aangpast aan hun biotoop.
Slide 5 - Slide
Herhalingsspelletje: Pictionary
Je werkt in groepjes van 4
1 iemand zet een timer op 25 seconden
1 iemand pakt een kaartje en zorgt dat niemand het ziet. Deze persoon probeert het begrip te tekenen.
Anderen raden het begrip binnen de tijd.
Bespreek met elkaar of je weet wat het begrip betekent.
timer
7:00
Slide 6 - Slide
docs.google.com
Slide 7 - Link
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
In je eentje aan de slag
Maak de quizjes bij praktijkkaart 2 (website hoofdstuk 3)
Maak daarna een tekening van het verteringsstelsel
Zoek de organen op het internet op en kijk wat de functies zijn hiervan
Klaar? Maak theoriekaart 6 (website, hoofdstuk 3)
timer
8:00
Slide 10 - Slide
Klopt dit?
Slide 11 - Slide
Klopt dit?
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Hoe zien planten en dieren er in verschillende gebieden uit?
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Aan de slag
Maak theoriekaart 6 (website, hoofdstuk 3)
Klaar? Maak je factsheet van de plant af
timer
8:00
Slide 16 - Slide
Leerdoelen checken
Je kunt meerdere orgaanstelsels in een dier benoemen.
Je beschrijft de verschillende stappen van de levenscyclus van een plant en dier en kunt de overeenkomsten in de levenscyclus tussen de planten en dieren benoemen.
Je beschrijft wat abiotische en biotische factoren zijn, geeft daarbij voorbeelden en geeft aan hoe deze factoren van invloed zijn op de organismen in een bepaald gebied.
Je verklaart hoe organismen zijn aangpast aan hun biotoop.