Chapitre 3 : Le beau monde les 3 (mavo 2) di 2 maart

Chapitre 3: Le beau monde
1 / 39
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Chapitre 3: Le beau monde

Slide 1 - Slide

Aan het eind van de les:
- kun je drie dingen noemen die met de 'Cannes' te maken hebben;
- heb je het bezittelijk voornaamwoord in het Frans herhaald;
- heb je al geoefend met de woordjes van voc A en B en het bezittelijk voornaamwoord;
- heb je een start gemaakt met je huiswerk voor de volgende keer. 

Slide 2 - Slide

Hoe heet de streek in Zuid-Frankrijk die in dit hoofdstuk centraal staat?
A
Côte d'Or
B
Côte d'Azur
C
Côte d'Ivoire
D
Côte de Jade

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Le festival de Cannes
Is een jaarlijks filmfestival in Cannes (stad in de Côte d'Azur). Kun je vergelijken met de Oscars in Amerika. De prijs die er te winnen valt heet 'La Palme d'Or'. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welke stad staat bekend om haar filmfestival?
A
Cannes
B
Nice
C
Antibes
D
Caen

Slide 11 - Quiz

Noteer drie dingen die je nu over de plaats 'Cannes' hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

Vocabulaire B

Slide 13 - Slide

Livre de textes page 119

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Source C: livre de textes page 42

Slide 18 - Slide

Jouw bericht
--> ........ message (m)
A
ta
B
tu
C
tes
D
ton

Slide 19 - Quiz

Ons geheim
A
nos secrets
B
votre secret
C
notre secret
D
vos secrets

Slide 20 - Quiz

haar mobieltje (m)
A
son portable
B
ses portable
C
sa portable
D
ses portables

Slide 21 - Quiz

Jullie kaartje
A
votre billets
B
nos billet
C
votre billet
D
notre billets

Slide 22 - Quiz

Hun liedje
A
leur chanteur
B
leur chansons
C
leur chanteuse
D
leur chanson

Slide 23 - Quiz

Onze wedstrijd
A
notre match
B
nos match
C
votre match
D
vos match

Slide 24 - Quiz

Haar groep (m)
A
son groupe
B
ses groupe
C
sa groupe
D
ta groupe

Slide 25 - Quiz

Wat betekent 'toutes les dix minutes'?
A
Elke 10 minuten
B
Elk kwartier
C
Elke 6 minuten
D
Elk half uur

Slide 26 - Quiz

Wat betekent 'casse-pieds'?

Slide 27 - Open question

La chanteuse chante une belle .......
A
chanson
B
message
C
billet
D
chanteur

Slide 28 - Quiz

Tu peux chanter une chanson?
A
Wil jij een liedje zingen?
B
Kun jij een liedje zingen?
C
Ga jij een liedje zingen?
D
Heb jij een liedje gezongen?

Slide 29 - Quiz

'Je connais les mots par coeur'
Dan ken je de woordjes ......
A
niet
B
uit het hoofd
C
nog niet
D
bijna

Slide 30 - Quiz

Wat heb je nodig om naar een concert te kunnen?
A
un billet
B
un chanteur
C
un secret
D
une nouvelle

Slide 31 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
un portable
B
un billet
C
une chanteuse
D
une nouvelle

Slide 32 - Quiz

Qu'est-ce que tu vas acheter?
'acheter' betekent ........
A
blijven
B
verlaten
C
werken
D
kopen

Slide 33 - Quiz

Nous avons ........... le match.
A
rester
B
perdu
C
peut-être
D
connais

Slide 34 - Quiz

zingen
kopen
blijven
werken
sturen
travailler
chanter
envoyer
rester
acheter

Slide 35 - Drag question

Au travail
- Apprendre (= leren): grammaire C (fn-nf)
- Réviser (= herhalen):
voc A + B (+ zinnen) (fn)
- Faire (= maken): opdrachten bij bron C en D (online)

Slide 36 - Slide

Aan het eind van de les:
- kun je drie dingen noemen die met de 'Cannes' te maken hebben;
- heb je het bezittelijk voornaamwoord in het Frans herhaald;
- heb je al geoefend met de woordjes van voc A en B en het bezittelijk voornaamwoord;
- heb je een start gemaakt met je huiswerk voor de volgende keer. 

Slide 37 - Slide

Huiswerk voor de volgende keer

Zie Magister!

Slide 38 - Slide




Au revoir!!


Slide 39 - Slide