H4 taalbeschouwing vd als bn

H4 taalbeschouwing 
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H4 taalbeschouwing 
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Vorige les
Woordsoorten

Wat weet je nog?
Benoem het woord in HOOFDLETTERS

Slide 2 - Slide

BIJ maanlicht heeft de schaatser op het bevroren meer geschaatst.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 3 - Quiz

Bij MAANLICHT heeft de schaatser op het bevroren meer geschaatst.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 4 - Quiz

Bij maanlicht HEEFT de schaatser op het bevroren meer geschaatst.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 5 - Quiz

Bij maanlicht heeft de SCHAATSER op het bevroren meer geschaatst.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 6 - Quiz

Bij maanlicht heeft de schaatser OP het bevroren meer geschaatst.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 7 - Quiz

Bij maanlicht heeft de schaatser op het BEVROREN meer geschaatst.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 8 - Quiz

Bij maanlicht heeft de schaatser op het bevroren MEER geschaatst.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 9 - Quiz

Bij maanlicht heeft de schaatser op het bevroren meer GESCHAATST.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 10 - Quiz

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijven.

Slide 11 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Je kunt ook een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.
Het eten is aangebrand. 
 Het aangebrande eten.

Je schrijft het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk.

Slide 12 - Slide

werkwoord
voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
mesten
Het veld is gemest.
Het gemeste veld
huren
het huis is gehuurd.
het gehuurde huis
doden
het dier is gedood.
het gedode dier
redden
Het hert is gered.
Het geredde hert
lopen
De route is gelopen
De gelopen route
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Slide

Maken
H4 taalbeschouwing voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord: maak alle opdrachten

Klaar?
- Trainen
- Lezen
- Huiswerk voor een ander vak

Slide 14 - Slide