Hoe maak je de voltooide tijd?
* Het eerste werkwoord is een hulpwerkwoord. Meestal is dat het werkwoord hebben . Of zijn. Het helpt om een voltooide tijd te maken. Ik heb .....of ik ben......
** Het tweede werkwoord is het voltooid deelwoord. Meestal begint een voltooid deelwoord met -ge: gewoond, gewerkt, gehuurd, gespeeld. Ik heb gewerkt.