Toets tekstverbanden

Overhoring mening, argument en conclusie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecondary Education

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Overhoring mening, argument en conclusie

Slide 1 - Slide

1. In alinea 1 staat de zin: “Het gaat slecht met tijgers in het wild. Daarom wordt er gekeken naar plekken om het leefgebied van de wilde tijgers te vergroten en ze daar ook uit te zetten”.

Welk tekstverband zie je hier?
A
oorzaak-gevolg
B
reden
C
opsomming
D
conclusie

Slide 2 - Quiz

1. In alinea 1 staat de zin: “Het gaat slecht met tijgers in het wild. Daarom wordt er gekeken naar plekken om het leefgebied van de wilde tijgers te vergroten en ze daar ook uit te zetten”.

Welk signaalwoord zie je hier?
A
gaat
B
tijgers
C
daarom
D
uit te zetten

Slide 3 - Quiz

alinea 2:
“Ze zijn eerst in een speciale transportkist gedaan. Daarna zijn ze met de bus vertrokken richting Frankfurt.

Welk tekstverband lees je hier?

A
opsomming
B
tijd
C
reden

Slide 4 - Quiz

alinea 2:
“Ze zijn eerst in een speciale transportkist gedaan. Daarna zijn ze met de bus vertrokken richting Frankfurt.

Welke signaalwoord(en) lees je hier?

A
eerst
B
daarna
C
eerst-daarna

Slide 5 - Quiz

De reis van de tijgers: in de transportkist, met de helikopter en met de auto.

Welk tekstverband lees je hier?
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
reden

Slide 6 - Quiz

De reis van de tijgers: in de transportkist, met de helikopter en met de auto.

Uit hoeveel delen bestaat deze opsomming?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

De reis van de tijgers: in de transportkist, met de helikopter en met de auto.

Wat is het laatste deel?
A
in de transportkist
B
met de auto
C
met de helikopter

Slide 8 - Quiz

Tijgers leven vooral in dichtbevolkte gebieden. Daarom zocht het Wereld Natuur Fonds naar dunbevolkte leefgebieden voor de tijger.

Welk tekstverband lees je hier?
A
oorzaak-gevolg
B
reden
C
tegenstelling

Slide 9 - Quiz

Tijgers leven vooral in dichtbevolkte gebieden. Daarom zocht het Wereld Natuur Fonds naar dunbevolkte leefgebieden voor de tijger.
Schrijf het signaalwoord voor een reden op.

Slide 10 - Open question

Welk tekstverband hoort bij deze signaalwoorden:
maar-echter toch
A
reden
B
oorzaak-gevolg
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 11 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij deze signaalwoorden:
omdat, daarom, want, immers, namelijk
A
reden
B
oorzaak-gevolg
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 12 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij deze signaalwoorden:
bijvoorbeeld, zoals, dat wil zeggen, onder andere
A
reden
B
toelichting
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 13 - Quiz

Er moest bos worden aangeplant, er moesten omheiningen komen en er moesten prooidieren worden uitgezet.

Welk tekstverband lees je hier?
A
reden
B
opsomming
C
toelichting
D
oorzaak-gevolg

Slide 14 - Quiz

Er moest bos worden aangeplant, er moesten omheiningen komen en er moesten prooidieren worden uitgezet.

De opsomming bestaat uit ......delen
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 15 - Quiz

Er moest bos worden aangeplant, er moesten omheiningen komen en er moesten prooidieren worden uitgezet.

Schrijf het eerste deel op van deze opsomming.

Slide 16 - Open question

Volgens Woltjer zijn de tijgers perfect voor dit project.

Dit is een .............. het signaalwoord is.........
A
argument signaalwoord: volgens
B
mening signaalwoord: volgens

Slide 17 - Quiz

De tijgers zijn namelijk schuchter en geen mensen gewend.

Dit is een .............. het signaalwoord is.........
A
argument signaalwoord: namelijk
B
mening signaalwoord: namelijk

Slide 18 - Quiz

Doordat de welpen geen contact met mensen hebben, moeten ze zelf jagen.

Tekstverband: ............ signaalwoord: .........
A
oorzaak-gevolg signaalwoord: doordat
B
conclusie signaalwoord: doordat

Slide 19 - Quiz