This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat zijn woordsoorten?
Woordsoorten zijn eigenlijk een soort 'families'. Elk woord in de Nederlandse taal kun je onderverdelen in zo'n familie. Door woordsoorten te kennen kun je zinnen beter begrijpen. Het helpt je ook bij het leren van een andere taal.
Slide 2 - Slide
Welke woordsoorten ken je?
Slide 3 - Open question
Welke lidwoorden ken je?
Slide 4 - Open question
De lidwoorden (lw) zijn:
de, het, een
Lidwoorden staan, of kun je in gedachten plaatsen, voor het zelfstandig naamwoord.
Slide 5 - Slide
Geef een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord (zn)
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Video
Zelfstandig naamwoord (zn)
Mensen, dieren, dingen of een abstract begrip (de liefde, het gevoel). We zeggen ook wel: zelfstandig naamwoorden zijn namen van mensen, dieren of dingen. Meestal staat bij een zelfstandig naamwoord een lidwoord of kun je er een lidwoord bij denken. Je kunt het verkleinen en in meervoud zetten.
Slide 8 - Slide
Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord (bn)
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Video
Een bijvoeglijk naamwoord is
een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. Het versierwoord.