2VWO_Werkwoorden SO periode 2

Programme
Herhaling werkwoorden: 
être, avoir, faire, ER-ww

Présent + Passé composé

Bekijk alle filmpje en maak de opdrachten!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Programme
Herhaling werkwoorden: 
être, avoir, faire, ER-ww

Présent + Passé composé

Bekijk alle filmpje en maak de opdrachten!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
être (zijn)
Combineer de juiste vorm van être met het goede persoonlijk voornaamwoord
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 3 - Drag question

Maak een Frans zin met een vorm van het werkwoord être.

Slide 4 - Open question

Vertaling?
être
avoir
faire
hebben
zijn
maken, doen

Slide 5 - Drag question

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' 
Grammaire 'Avoir' 
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 6 - Drag question

Maak een Frans zin met een vorm van het werkwoord avoir.

Slide 7 - Open question

faire (doen/maken)
Je
Tu
Elle
Nous
Vous
Ils
faisons
fait
font
fais
faites
fais

Slide 8 - Drag question

Maak een Frans zin met een vorm van het werkwoord faire.

Slide 9 - Open question

Kies de juiste vorm:
Je (faire) du sport.
A
fais
B
fait
C
faire
D
faites

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Nous (avoir) une grande maison.
A
avez
B
avons
C
ont
D
sommes

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Les élèves (être) sympas.
A
sommes
B
ont
C
sont
D
êtes

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Le présent -ER werkwoorden
Kies de juiste uitgang
je regard
tu regard
on regard
nous regard
vous regard
elles regard
e
es
ons
ez
ent
e

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Video

Zet het werkwoord in de passé composé:
Elle (regarder) la télé.

Slide 16 - Open question

Zet het werkwoord in de passé composé:
Nous (aimer) la pizza.

Slide 17 - Open question

Zet het werkwoord in de passé composé:
Ils (être) en France.

Slide 18 - Open question

Zet het werkwoord in de passé composé:
Vous (faire) du shopping?

Slide 19 - Open question

Zet het werkwoord in de passé composé:
Tu (avoir) le message?

Slide 20 - Open question

Maak zinnen met de werkwoorden en de plaatjes.

Slide 21 - Slide

Extra oefenen? www.verbuga.eu
Kies
Présent
Passé composé

Slide 22 - Slide

Mini Boek
Maak je mini werkwoorden boekje.

Bekijk de uitleg  voor het vouwen op: 

Slide 23 - Slide