This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
LEZEN
doel van een tekst
DOEL:
Informeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt
Leren of uitleggen
De schrijver wil uitleggen hoe je iets moet doen
Activeren
De schrijver wil dat je iets WEL gaat doen
Amuseren
De schrijver wil je vermaken
Overtuigen
De schrijver wil je van zijn mening overtuigen