Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
blok 3
menuleer
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Noem 4 dingen waar je rekening mee houdt bij het samenstellen van een menu voor een bepaalde doelgroep .
Slide 3 - Open question
10 basisregels bij het samenstellen van een menu voor een bepaalde doelgroep ( naast wensen en gezondheid van de gasten).
Pas de keuze voor de maaltijd aan het gezelschap aan ( kinderen, zakelijk gezelschap)
Afwisseling in kleur en smaak van de gerechten en in de volgorde van opdienen.
Een voedingsproduct mag maar één keer in een menu voorkomen. Dit geldt niet voor champignons, aardappelen, room en truffels.
Gebruik verschillende bereidingswijzen voor de gerechten.
De visschotels worden voor vleesschotels geserveerd.
Houd bij de keuze van je menu rekening met seizoensproducten.
Serveer nooit twee koude bereidingen na elkaar.
Wanneer je verschillende vleesschotels op het menu hebt, dan komt het rood vlees steeds voor het wit vlees of wild.
Er moet een opbouw zitten in de samenstelling van het menu.
De hoeveelheid per gang wordt opgebouwd, met als hoogtepunt het hoofdgerecht, waarna de hoeveelheid weer afgebouwd wordt.
Slide 4 - Slide
Zoek een afbeelding van een menukaart (minimaal 4 gangen)
Slide 5 - Open question
De gangen op een menukaart
De dikgedrukte gangen moeten er minimaal in staan: 1 of 2 / 4 en 6
koud voorgerecht;
soep;
tussengerecht;
hoofdgerecht;
kaas, afhankelijk van de wijn;
nagerecht;
kaas, afhankelijk van de wijn.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Waar bestaat een standaard couvert uit?
A
Bloemen, peper en zout, kaarsje of lichtje
B
Menukaart, tandenstokers, olie en azijn
C
Grote vork, groot mes, grote lepel, servet, side plate en wijnglas
D
Grote vork, groot mes, water glas
Slide 9 - Quiz
Op welk moment loop je naar de gasten toe om de bestelling op te nemen?
A
Standaard na tien minuten.
B
Zodra de gast de menukaart dicht heeft gedaan.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
wat is een menu?
A
een combinatie van gerechten.
B
een klein hapje voorafgaand aan een diner.
C
een onderdeel van een maaltijd.
D
een zelfstandig hoofdgerecht.
Slide 13 - Quiz
Menu: een menu bestaat minimaal uit ...... gangen
A
1 gang
B
2 gangen
C
3 gangen
D
4 gangen
Slide 14 - Quiz
Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddel kun gebruiken?
A
Zalm
B
ei
C
Biefstuk
D
ansjovis
Slide 15 - Quiz
je maakt een vegetarisch menu. Wat kun je niet gebruiken?
A
ei
B
spinazie
C
noten
D
haring
Slide 16 - Quiz
Mevrouw De Wit is wat te zwaar en wil graag afvallen. Je ziet dat ze voor vanavond het eten heeft voorbereid: Een stukje kipfilet, rode kool uit een pot en aardappelen. Mevrouw Kuiper vraagt aan jou advies over haar menu. Welk advies is het best?
A
De aardappelen vervangen voor zilvervliesrijst
B
Producten uit de schijf van Vijf kiezen, dit is een gezond menu
C
De rode kool uit pot vervangen voor verse rode kool
D
Het stukje kipfilet vervangen voor een worstje
Slide 17 - Quiz
Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddelen of gerechten kun je gebruiken?
Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.
A
spinazie
B
ansjovis
C
tofu
D
gelatine
Slide 18 - Quiz
Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddel kun gebruiken?
A
Zalm
B
ei
C
Biefstuk
D
ansjovis
Slide 19 - Quiz
je maakt een vegetarisch menu. Wat kun je niet gebruiken?