Korstdeeg verdiepend

Korstdeeg/bladerdeeg verdiepend
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SVH vaktheorieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Korstdeeg/bladerdeeg verdiepend

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat zijn de hoofdgrondstoffen van korst ook al weer?

Slide 3 - Open question

Hoe heten de onoplosbare eiwitten ook alweer?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Kneden
Tijdens het kneden gaan de gluten nog meer aan elkaar kleven. Alle gluten samen vormen een steeds stevigere structuur. Dit noem je ook wel een glutennetwerk.

Een goed glutennetwerk is belangrijk. Het vormt een raamwerk dat luchtbelletjes kan vasthouden. Het zorgt er dus voor dat er tijdens het bakken geen waterdamp ontsnapt en het deeg ‘opgeblazen’ wordt.

Slide 6 - Slide

Op welke momenten laat je klassieke korst/bladerdeeg rusten? (van bereiding tot aan de oven)

Slide 7 - Open question

Rusten
Het is belangrijk dat je het deeg laat rusten in de koelkast, voordat je het gaat toeren. Tijdens het zetten van bladerdeeg ontstaat een glutennetwerk. Dat zorgt ervoor dat het deeg elastisch wordt: je kunt het deeg uitrekken als een elastiekje. Daardoor is het moeilijk uit te rollen. Door het deeg voor het uitrollen en tijdens het toeren te laten rusten, wordt het rekbaarder en kun je het weer makkelijker uitrollen. Na ongeveer een halfuur rust zijn de gluten ‘ontspannen’, ook de boter is weer afgekoeld.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De verschillen in het verwerken van vetstof zijn?

Slide 10 - Open question

Verwerking van boter
Verwerking van boter

Zowel in de Franse methode als in de Hollandse methode van deeg zetten wordt boter gebruikt. Vervolgens wordt het deeg getoerd. In de Franse methode voeg je hierbij weer boter toe.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Bakken
Stremmen en verstijfselen

Niet alleen tijdens het kneden, maar ook in het bakproces spelen de eiwitten en zetmeelkorrels in bloem de hoofdrol:
Tijdens het bakproces stremmen de eiwitten uit de bloem. Dit gebeurt meestal bij ongeveer 50 °C. De eiwitten krijgen een vaste structuur en vormen als het ware het raamwerk van je gebakken product. Het deeg krijgt hierdoor ook een vaste structuur.
Bij ongeveer 60 °C barsten de zetmeelkorrels in de bloem open. De korrels zwellen op door het vocht dat ze opnemen. Aan het einde van het bakproces hebben de korrels al het beschikbare vocht opgenomen en is het product gaar geworden.

Slide 13 - Slide

Zetmeel verstijfseld bij...graden
A
50
B
60
C
70
D
100

Slide 14 - Quiz

eiwitten uit de bloem stremmen bij
A
40
B
50
C
60
D
80

Slide 15 - Quiz

Wat ging er mis?
Krimp.
Te weinig werking.
Bank in je product.
Vette smaak, 

Waar kan dit aan liggen en hoe kun je dit voorkomen?

Slide 16 - Slide

Wat is er bij te veel krimp mis gegaan?
A
te weinig rust
B
te weinig vocht
C
te veel in 1 richting getoerd

Slide 17 - Quiz

Je korst 'werkt' te weinig, wat kan hiervan de oorzaak zijn?
A
Te lage oven temperatuur
B
Te veel getoerd
C
Vetstof is door het deeg versmeerd
D
a, b, en c zijn goed

Slide 18 - Quiz

Wat zouden ze bedoelen met de term 'een bank' in je product?

Slide 19 - Mind map

'een bank in je product'
Een bank ontstaat als de waterdamp niet kan ontsnappen. De deeglagen kunnen niet gaar bakken.

 


Slide 20 - Slide

een vette smaak aan je korst product kan ontstaan door?
A
oventemperatuur te laag
B
vetstof laagjes te dik
C
a en b zijn juist
D
a en b zijn onjuist

Slide 21 - Quiz

Bladerdeeg verdiepend
Lezen:
Hoofdgrondstoffen
Omgekeerde methode
Wat ging er mis?
Maken:
Theorie opdracht bladerdeeg verdiepend

Slide 22 - Slide