Periode 3 - Les 8

1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Karnaval

Slide 2 - Slide

Frühstücksei  Woche 10 (Text und Video im nächsten Dia)

Wörter G - Seite 115 

Afronden Aufgabe 15 - Seite 99
vanaf zin 4
gebruik Seite 161

Machen Aufgabe 16, 17, 18




Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Welk geloof viert carnaval?
A
protestanten
B
katholieken

Slide 5 - Quiz

Welk woord betekent geen carneval?
A
Fasching
B
Fastnacht
C
Karneval
D
Fasttag

Slide 6 - Quiz

Waar komt de traditie carnaval vandaan?
A
periode voor het vasten
B
periode voor grote feesten
C
periode voor de slacht van vee
D
periode voor het brouwen van bier

Slide 7 - Quiz

In de vastenperiode aten de katholieken onder andere geen:
A
vlees
B
vis
C
fruit
D
eieren

Slide 8 - Quiz

Voor het vasten moesten alle voorraden met vet eten en vlees nog snel worden opgegeten.
A
klopt
B
klopt niet

Slide 9 - Quiz

Aufgabe 15 Seite 99

Invullen van de uitgangen

Vanaf zin 4

Kijk naar de schema ' s 
 op Seite 161

Slide 10 - Slide


Oefen in de Classroom met het zoeken 
van de naamval







Slide 11 - Slide

Hausaufgaben 
Alles doornemen voor de toetsweek- proeftoets
en oefening in de Classroom

Slide 12 - Slide

Seite 159 voorzetsels 3e naamval

Seit einer Woche(v) bin ich hier.

Von dem Lehrer(m) bekommen wir Süßigkeiten

Er kommt aus dem Haus. (o)

Bij het bepalen van de naamval heeft het voorzetsel vorrang

Slide 13 - Slide

Voorzetsels 4e naamval Seite 160

Het voorzetsel bepaalt de naamval:

Das Auto fährt  durch den Tunnel(m).

Ich komme ohne meinen Freund

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

In deze les praten we over 

de naamvallen na een voorzetsel




- Aan het eind van de les weet je hier meer en over hoge en lage drukgebieden.



Slide 17 - Slide