havo 4 chapitre 1 les 1

Bonjour havo 4!
1 / 40
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bonjour havo 4!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bonjour 
tout le monde

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

programme
- on se présente
- wat kun je verwachten? (toetsen,hw, aanpak)
- Quels livres?
- Maar eerst.. Quizzz



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

On va jouer un quiz!

Wie weet het meest over Frankrijk en het Frans in de wereld?

Bonne chance!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Hoeveel mensen ter wereld spreken er ongeveer Frans?
A
200 miljoen
B
300 miljoen
C
400 miljoen
D
500 miljoen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De hoeveelste wereldtaal is Frans?
A
3e
B
4e
C
5e
D
6e

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De belangrijkste talen van de Europese Unie (EU) zijn Engels en ....
A
Duits
B
Italiaans
C
Frans
D
Spaans

Slide 9 - Quiz

Maar de EU telt in totaal 24 officiële talen!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

In hoeveel landen is het Frans een officiële taal?
A
5
B
9
C
17
D
29

Slide 11 - Quiz

Maar er zijn nog veel meer landen waar Frans gesproken wordt!
Welke gerecht is typisch Frans?
A
braadworst
B
paëlla
C
pizza
D
quiche

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe hoog is de Eiffeltoren?
A
134 meter
B
254 meter
C
324 meter
D
434 meter

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit rotsachtige eiland wat gelegen is in de Franse regio Normandië?
A
Pont du Gard
B
Mont Saint-Michel
C
Bassin d'Arcachon
D
Mont Ventoux

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de huidige Franse president?
A
François Hollande
B
Nicolas Sarkozy
C
Emmanuel Macron
D
Barack Obama

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de bergketen in Zuid-Frankrijk op de grens met Spanje?
A
Alpen
B
Jura
C
Pyreneeën
D
Vogezen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welk dier staat symbool voor Frankrijk?
A
adelaar
B
haan
C
zwaan
D
tijger

Slide 17 - Quiz

Dit is niet helemaal officieel, wel semi-officieel. Gallische haan: mannelijkheid en vastberadenheid. Vroeger spottend gebruikt, maar later eigen gemaakt. 
Hoe heet de rivier die Parijs doorkruist?
A
Loire
B
Mosel
C
Rhône
D
Seine

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waar komt het typisch Franse broodje "croissant" oorspronkelijk vandaan?
A
Turkije
B
Frankrijk
C
Oostenrijk
D
Zwitserland

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Vul de juiste vorm van être in:
Tu ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Elles (être)
A
suis
B
être
C
sont
D
est

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Vul de juiste vorm van être in:
La fille ________ (être)
A
suis
B
est
C
êtes
D
sommes

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Vul de juiste vorm van être in:
Nous ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een passé composé?
A
trouvé
B
a trouvé
C
a
D
trouvait

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Passé Composé: Ik ben geweest
timer
0:10
A
Je suis être
B
Je suis êté
C
J'ai été
D
J'ai être

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de passé composé?
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooide tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooide verleden tijd (ik had gedanst)

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de Passé Composé?
A
J'ai parlé
B
Je parlais
C
Je parlerai
D
Je parlerais

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

ik ben geweest (passé composé)
A
je suis été
B
j'ai été
C
j'ai êtré
D
je suis êtré

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Kies de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)
A
B
C
D

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Tu (avoir) ..........
A
a
B
ai
C
as
D
ont

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

elles (avoir)
A
vont
B
sont
C
ont
D
font

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat verwacht je van de lessen Frans?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Et maintenant c'est à vous! 
(écris)

Comment tu t'appelles? Tu as quel âge?
Tu habites où? Tu as un frère ou une soeur?
Tu as été en vacances? Où?
Qu'est-ce que tu aimes?
Raconte-nous quelque chose que personne ne sait!

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Mini pitch 
Om even het Frans op te frissen gaan we ons even voorstellen. De pitch is ongeveer 1 minuut
Stel jezelf voor in het Frans. Denk aan de volgende items:
Leeftijd, naam, familie, sport, wonen, huisdieren, hobby

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Les test
tâche parler: (inleveren voor de herfstvakantie (weging 2)
- toetsweek: toets chapitre 1 (weging 3)


Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Quels livres?
On utilise 2 livres 
+ examenvoca
On a aussi les excercices en ligne.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Controle des devoirs
We werken met een weektaak (zie studieschema) 
Huiswerkcontrole eerste les van de week

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Tâche de la semaine
- Ecouter A: ex 1, 2, 4
-Lire A: ex 5, 7, 8
- Grammaire A: ex 9, 10
- apprendre voca A et grammaire A

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

ÉCOUTER A
on va écouter ensemble et faire les excercices 1, 2, 4


Slide 40 - Slide

This item has no instructions