Spelling blok 3 3.7 en 3.8 Anette

SPELLING 
BLOK 3  BLZ 106 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

SPELLING 
BLOK 3  BLZ 106 

Slide 1 - Slide

Doelen

Slide 2 - Slide

Korte klank
Woorden met een korte klank, houden die korte klank als je ze langer maakt. --> zelfde medeklinker toevoegen
  • rem -->     e= korte klank, dus remmen
  • zit -->         i= korte klank, dus zitten
  • bus -->      u= korte klank, dus bussen

Slide 3 - Slide

Lange klank
Woorden met een lange klank, houden die lange klank als je ze langer maakt. --> klinker weghalen.
  • school -->       o= lange klank, dus scholen
  • raam -->           a= lange klank, dus ramen 
  • muur -->           u= lange klank, dus muren

Slide 4 - Slide

lesuuren / lesuren
A
lesuuren
B
lesuren

Slide 5 - Quiz

appelbomen / appelboomen
A
appelbomen
B
appelboomen

Slide 6 - Quiz

kipen / kippen
A
kipen
B
kippen

Slide 7 - Quiz

straaten/ straten
A
straaten
B
straten

Slide 8 - Quiz

paardenst...en
A
al
B
all

Slide 9 - Quiz

melkfl...en
A
es
B
ess

Slide 10 - Quiz

knuffelb...ten
A
ees
B
es

Slide 11 - Quiz

lantarenp...en
A
al
B
aal

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
lineaal
B
liniaal
C
lieniaal
D
linieaal

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
lineaal
B
liniaal
C
lieniaal
D
linieaal

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
polietie
B
politi
C
polieti
D
politie

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
Eskiemo
B
Eskimoo
C
Eskimo
D
Eskiemoo

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
activiteit
B
activieteit
C
actieviteit
D
actievieteit

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
miniemaal
B
minimaal
C
mienimaal
D
mieniemaal

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste spelling
A
plesier
B
pleizier
C
plezier
D
plezir

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
weerspigeling
B
weerspigelling
C
weerspiegelling
D
weerspiegeling

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
doonatie
B
donatie
C
donati
D
donaatie

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
vakantie
B
vakanti
C
vakaantie
D
vaakantie

Slide 22 - Quiz

HUISWERK
maken opdracht 16 en 17 blz 107 in de online methode of in je schrift 

Slide 23 - Slide

nakijken huiswerk opdr 16 en 17 

Slide 24 - Slide

3.8 i of ie? blz 108

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

HUISWERK

Slide 28 - Slide