This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Onderzoeksvaardigheden
PO Onderzoek in eigen leefomgeving
Dit jaar:
PO "dwars door de stad"
+
PO leefomgeving: Voorbereiding
(samen weging 2)
V6: Uitvoering PO Leefomgeving
Slide 1 - Slide
Onderzoeksfasen
Voorbereidingsfase (vwo 5)
Bedenken en oriënteren op onderwerp
Hoofdvraag maken
Deelvragen maken
Hypotheses vormen (hoeft niet altijd)
Onderzoeksplan maken
Uitvoeringsfase (vwo 6)
Afrondingsfase (vwo 6)
Valkuilen!
- de vragen zijn niet aardrijkskundig
- de vragen zijn te moeilijk te onderzoeken
- de vragen zijn te makkelijk te beantwoorden
- de vragen kun je op meerdere manieren uitleggen
Slide 2 - Slide
Onderzoeksfasen
Voorbereidingsfase
Uitvoeringsfase
Het verzamelen van informatie
1ste hand en 2de hand (primair/secundaire bron)
Het verwerken van informatie
Het trekken van conclusies
Afrondingsfase
Valkuilen!
- Informatie is niet juist of betrouwbaar
- informatie is niet te vergelijken
- te veel informatie
- te weinig informatie
- informatie wordt verkeerd weergegeven
- geen bronnenlijst bijgehouden
- te veel open vragen
Slide 3 - Slide
Wat is een voorbeeld van een primaire bron?
A
Data gevonden op CBS.nl
B
Een artikel van de Volkskrant
C
Het AK tekstboek
D
Zelf afgenomen enquêtes
Slide 4 - Quiz
Geografisch onderzoek
Voorbereidingsfase
(Vwo 5)
Bedenken en oriënteren op onderwerp
Hoofdvraag maken
Deelvragen maken
Onderzoeksplan maken
Slide 5 - Slide
Geografische vragen
beschrijvende vragen
verklarende vragen
waarderende vragen
voorspellende vragen
oplossingsgerichte vragen
Slide 6 - Slide
IS HET BOUWEN VAN EEN BESCHERMENDE DAM ROND EEN VULKAAN 100 MILJOEN EURO WAARD?
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Vergelijkende vraag
D
Waarderende vraag vraag
Slide 7 - Quiz
WAT ZIJN DE VERSCHILLEN TUSSEN HET SPELEN OP KUNSTGRAS EN OP ECHT GRAS?
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Vergelijkende vraag
D
Waarderende vraag
Slide 8 - Quiz
Waarom is Ajax een succesvollere voetbalclub dan Feyenoord?
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Vergelijkende vraag
D
Waarderende vraag
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
De hoofdvraag
Moet aardrijkskundig zijn
(dus gaan over een plek/gebied)
Mag niet te algemeen zijn. Het moet gelijk duidelijk zijn waar je onderzoek over gaat.
WAT ga je onderzoeken
WIE ga je onderzoeken
WAAR onderzoek je dit
Waarom daar?
Slide 11 - Slide
Wat ging er fout bij dit onderzoek?
A
De onderzoeksvraag was te moeilijk
B
De onderzoeksvraag was te makkelijk
C
De zon scheen te weinig
D
De onderzoekers zaten zelf te veel op het terras
Slide 12 - Quiz
Wat gebeurde er in de 2e wereldoorlog?
A
Is duidelijk afgebakend
B
Is niet algemeen
C
Is duidelijk afgebakend maar wel algemeen
D
Is te algemeen en niet duidelijk afgebakend
Slide 13 - Quiz
Wat is een goede hoofdvraag?
A
Hoe is de grote kerk ontstaan?
B
Is het slim om een huis te kopen in Weesp?
C
Wat is de invloed van taakstraffen op vuurwerkovertredingen van jongeren in Weesp?
D
Hoe maakt het bedrijf Abbott in Weesp medicijnen?
Slide 14 - Quiz
Maak een hoofdvraag waarin je 2 buurten op een onderwerp naar keuze met elkaar vergelijkt.
Slide 15 - Open question
Maak nog een keer een hoofdvraag waarin je 2 buurten met elkaar vergelijkt.
Slide 16 - Open question
Hoofdvraag:
In hoeverre verschilt de leefbaarheidservaring van bewoners in verschillende buurten in Amsterdam en welke buurtkenmerken zijn hierop mogelijk van invloed.”
Slide 17 - Slide
Wat moet je weten om deze vraag te kunnen beantwoorden?
Slide 18 - Mind map
Deelvragen
Deelvragen gaan over een gedeelte van de hoofdvraag.
De deelvragen lossen samen de hoofdvraag op.
Let op:
- niet te veel deelvragen
- niet te weinig deelvragen
- zet ze in een logische volgorde
Slide 19 - Slide
In hoeverre verschilt de leefbaarheid in verschillende buurten in Amsterdam en welke buurtkenmerken zijn hierop mogelijk van invloed.” Wat moet de eerste deelvraag zijn?
A
Wat voor soort huizen staan er in buurt x en y?
B
Heeft buurt x betere woningkenmerken dan buurt y?
C
Wat is de leefbaarheid in de buurten x en y?
D
Hoe zijn de veiligheidsgevoelens te verbeteren?
Slide 20 - Quiz
In hoeverre verschilt de leefbaarheid in verschillende buurten in Amsterdam en welke buurtkenmerken zijn hierop mogelijk van invloed.” Formuleer een mogelijke 2e deelvraag
Slide 21 - Open question
Operationaliseren
Om de deelvragen te kunnen beantwoorden moet je deze “operationaliseren”.
Dat doe je alsvolgt:
Bij elke deelvraag vraag je je af welke variabelen (stukjes informatie) je moet hebben, waar je deze info vandaan kan halen en hoe je dat concreet gaat doen.
Handig is dit om in de vorm van een tabel te doen (zie volgende sheet)
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Opdracht:
Maak in classroom de deelvragen af.
Zorg dat je de hele hoofdvraag dekt.
Niet te veel vragen maar ook niet te weinig!
Als je klaar bent vraag je om feedback en maak je een start met de operationalisering. (Classroom)