H2 - Herhaling par 1 t/m 4 - 1TL

Herhaling H2
Weten wat je moet leren?
Bekijk de werkwijzer (op Magister & Teams)

Hierin vind je; leerdoelen / begrippen / hulpfilmpjes
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling H2
Weten wat je moet leren?
Bekijk de werkwijzer (op Magister & Teams)

Hierin vind je; leerdoelen / begrippen / hulpfilmpjes

Slide 1 - Slide

Tropisch Regenwoud
Woestijn
Poolgebied

Slide 2 - Drag question

Landschappen die vooral voorkomen op lage breedte:
Landschappen die vooral voorkomen op hoge breedte:
Taiga
Woestijn
Steppe
Loofbos
Land - en zee-ijs
Savanne
Toendra
Tropisch regenwoud

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Herhaling paragraaf 1 en 2
Breedteligging heeft invloed op de temperatuur.
Vanwege verschillende temperaturen, zijn er verschillende landschappen!

Op lage breedte
- tropisch regenwoud
- savanne / steppe / woestijn

Slide 5 - Slide

Waarom regent het veel in het tropisch regenwoud?
Het tropisch regenwoud ligt rond de Evenaar op lage breedte.
  • De zon verwarmt de lucht
  • Warme lucht stijgt op
  • Eenmaal hoog in lucht koelt dit af
  • Waterdamp (= gas) verandert in waterdruppels (vloeibaar)
  • Gevolg; veel neerslag!
  • = Stijgingsregen

Slide 6 - Slide

Neerslag in de tropen
Stijgingsneerslag

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Droge landschappen
Rond 30° NB en 30° ZB daalt de lucht --> vocht lost op --> droog!
Hier vinden we de woestijn (< 250 mm neerslag)
Reizen we van de woestijn terug naar de Evenaar, dan komen we door landschappen waar steeds wat meer neerslag valt.

Slide 9 - Slide

Zet de landschappen in de juiste volgorde van hoeveelheid neerslag (weinig - veel).
A
woestijn - steppe - savanne - tropisch regenwoud
B
woestijn - savanne - steppe - tropisch regenwoud
C
woestijn - tropisch regenwoud - steppe - savanne
D
woestijn - steppe - tropisch regenwoud - savanne

Slide 10 - Quiz

Paragraaf 3
Breedteligging heeft invloed op de temperatuur.
Vanwege verschillende temperaturen, zijn er verschillende landschappen!

Op hoge breedte: 
- landijs en zee-ijs (pakijs en drijfijs)
- toendra 
- taiga
Op gematigde breedte:
- loofbos

Slide 11 - Slide

Hoge breedte
Gebieden op hoge breedte;
- ver van de Evenaar
- lage(re) temperaturen omdat
->
1. langere afstand zonnestralen
2. groter oppervlakte verwarmen

Slide 12 - Slide

Landijs/zee-ijs
Poolgebied: hele jaar minder dan 0°C.
- Op land: landijs
- Zee-ijs: pakijs en drijfijs
- Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor de hoeveelheid landijs.

Slide 13 - Slide

Toendra
Toendra: landschap grenzend aan poolgebied
Geen bomen (boven boomgrens)
Mossen, grassen, lage struikjes
Altijd kouder dan 10°C.

Permafrost: bodem die altijd bevroren is.

Slide 14 - Slide

Taiga (B86)
 Taiga: landschap grenzend aan de toendra 
 - Noord-Scandinavië, Canada en Rusland
 - ‘s zomers > 10°C
- naaldbossen 

Slide 15 - Slide

Als je reist van Stockholm naar de Noordpool, kom je onderweg tegen:
- Naaldbos (taiga)
- Toendra
- Zee-ijs
- Landijs

Slide 16 - Slide

Smeltend ijs zorgt voor een stijging van de zeespiegel. Welk ijs?
A
Landijs
B
Zee-ijs
C
Land- en zee-ijs
D
Geen van beide

Slide 17 - Quiz

Tussen welke landschappen vind je de boomgrens?
A
Toendra en Zee-ijs
B
Taiga en Loofbos
C
Loofbos en Landijs
D
Taiga en Toendra

Slide 18 - Quiz

Loofbos (B85)
Op gematigde breedte vindt je loofbossen (bv. NL).
- Warm genoeg voor bomen met bladeren
- Ga je verder richting hoge breedte, dan hier te koud voor loofbomen = loofboomgordel
(denk ook aan hoogtegordels op een berg)

Slide 19 - Slide

Paragraaf 4
Niet alleen breedteligging, maar ook hoogteligging heeft invloed op de temperatuur.
Op aarde zijn gebieden met reliëf (= hoogteverschillen).
In deze berggebieden kom je, vanwege verschillende temperaturen, verschillende hoogtegordels tegen.

Slide 20 - Slide

Wat is de juiste volgorde van hoogtegordels, van onder naar boven?
1. loofboomgordel
2. naaldboomgordel
3. rotsgordel
4. eeuwige sneeuw
5. alpenweide

A
1 - 2 - 3 - 4 -5
B
1 - 2 - 4 - 3 - 5
C
5 - 2 - 1 - 3 - 4
D
1 - 2 - 5 - 3 - 4

Slide 21 - Quiz

Met hoeveel graden daalt de temperatuur als je 1000 meter omhoog gaat in de bergen?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Bekijk de vorige afbeelding.
Gebruik figuur 20 in je leerboek.
a. Wat betekent de blauwe kleur in de legenda?
b. Leg uit waarom deze toeristische bestemming niet in het noorden van Zwitserland voorkomt.

Slide 24 - Open question

Aan de slag!
Leer voor de repetitie --> dinsdag 16 maart (online)
- Gebruik de samenvatting (op Teams)
- Maak flashcards
- Leg de leerstof in je eigen woorden uit (aan iemand anders)

Vergeet vooral ook de basisboeknummers niet te leren!

Slide 25 - Slide