bijwoord

Welkom M1e! 

Planning van vandaag:
  1. Herhaling grammatica §1, 3, 5, 7 + havo §6, 8
  2. Start grammatica §12 havoboek
Pak vast je schrift en een pen!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom M1e! 

Planning van vandaag:
  1. Herhaling grammatica §1, 3, 5, 7 + havo §6, 8
  2. Start grammatica §12 havoboek
Pak vast je schrift en een pen!

Slide 1 - Slide

Planning tweede periode:
Grammatica
Woordsoorten: §1, 3, 5 en 7
+ havo § 6, 8 en 12
Zinsdelen: §2, 4, 6 en 8

Themalessen
Thema C: on/off

Fictie (boek lezen)

Toetsen tweede periode:
Grammatica
SO - 9 december (1x)

PW - in de toetsweek (2x)

Themalessen
Vlog - rond 12 december
(Moet 'voldaan' zijn.)

Fictie (boek lezen)



Slide 2 - Slide

De vorige lessen:
Mavoleerdoelen:
  1. Ik kan werkwoorden in een zin herkennen.
  2. Ik kan zelfstandig naamwoorden en (bepaalde en onbepaalde) lidwoorden herkennen.
  3. Ik kan (stoffelijk) bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
  4. Ik kan een voorzetsel herkennen en gebruiken.

Havoleerdoelen
  1. Ik kan zelfstandig werkwoorden en hulpwerkwoorden herkennen en benoemen.
  2. Ik kan persoonlijk en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en gebruiken.

Slide 3 - Slide

Benoem alle woordsoorten:
Stap 1: Schrijf de zin over. 

De Finse kok heeft mijn moeder een taart gegeven.

Stap 2: Benoem de woordsoorten in deze volgorde:

zn - (o)lw - bn - zww/hww - vz - pers.vnw - bezit.vnw



timer
3:00

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Ik kan bijwoorden herkennen.

Ik weet het verschil tussen een bijwoord en bijvoeglijk naamwoord.

Slide 5 - Slide

Waarom heet het "bij"-woord?
Het geeft extra informatie.
Tijd: morgen, vandaag, straks, vroeger
Plaats: hier, daar, nergens
Reden: daarom, hierdoor
Vraag: hoe, waarom, waar
(On)zekerheid: misschien, zeker, wel, altijd
Ontkenning: nooit, niet
Het zegt iets over een werkwoord: Ik ren hard.

Slide 6 - Slide

's Morgens ga ik altijd naar de wc.


bijwoord is 's morgens -> het zegt iets over de tijd

(wanneer)


bijwoord is altijd -> het zegt iets over een zekerheid

Slide 7 - Slide

Hier heb ik het gevonden!


Het bijwoord is hier -> het zegt iets over de plaats.

(waar?)

Slide 8 - Slide

Hij zingt heel mooi!


Het bijwoord is mooi -> het zegt iets over het werkwoord zingen


Het bijwoord is heel -> het zegt iets over het bijwoord mooi

Slide 9 - Slide

Bijwoorden

De hond kijkt zielig.

Gister was de dag leuk.
Bijvoeglijk naamwoord

De zielige hond.

Gister was de dag leuk. (De leuke dag).

Slide 10 - Slide

Benoem alle woordsoorten
Stap 1: Schrijf de zin over. 

Ik krijg nooit leuke cadeautjes van Sinterklaas.

Stap 2: Benoem de woordsoorten in deze volgorde:

zn - (o)lw - bn - zww/hww - vz - pers.vnw - bezit.vnw - bw



timer
3:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

opdracht
maken in je boek opdracht 16 blz. 20

Slide 13 - Slide

Het bijwoord geeft info over....

Slide 14 - Mind map