Woordbeeld - les 1





Woordbeeld - les 1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Leren-lerenMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson





Woordbeeld - les 1

Slide 1 - Slide

Wie ben ik?
Mw. van den Nieuwenhuijzen
Docente Nederlands / remedial teacher
3 kinderen - 3 kleinkinderen-Vught

Slide 2 - Slide



Wie zijn jullie?

Slide 3 - Slide

Wat vind je lastig aan lezen/ spelling?
Wat zijn je verwachtingen van deze lessen? Wat wil je leren?

Slide 4 - Open question

                  Spelling

1. Luisterwoorden
2. Regelwoorden
3. Inprentwoorden

Slide 5 - Slide

Luisterwoorden
Stap 1: luister goed naar het woord en spreek het (zachtjes) uit.

Stap 2: koppel de juiste letters in de goede volgorde aan de juiste klanken en schrijf het woord op.

Stap 3: controleer of je van ieder stukje alles hebt opgeschreven.

Slide 6 - Slide

Luisterwoorden

Slide 7 - Mind map

Regelwoorden
1.  Regels in een woord: vallen. (je schrijft 2 medeklinkers, terwijl je er maar 1 hoort)
2. Regels voor woorden die met andere woorden samenhangen: paard. (als je het woord langer maakt, hoor je paarden)
3. Regels voor werkwoorden: hij wordt, het gebeurt, het is gebeurd

Slide 8 - Slide

Regelwoorden

Slide 9 - Mind map

Inprentwoorden

Dit zijn alle woorden en stukken van woorden die je uit je hoofd moet leren (= inprenten). Om deze woorden goed te kunnen schrijven kun je niet alleen op je gehoor afgaan of een regel gebruiken. 
Bijvoorbeeld: au/ou - ei/ij - ch/g

Slide 10 - Slide

Inprentwoorden

Slide 11 - Mind map

              Maak oefening 1 + 2

Zet je naam op het blad dat wordt uitgedeeld en ga aan de slag!

Slide 12 - Slide

Let op!
Een woord kan meer dan één soort zijn!

Bijvoorbeeld: boerderijdier

Slide 13 - Slide

Bedankt voor vandaag!

Slide 14 - Slide