Hele werkwoord +d: fietsend naar school gaan
Deze kun je ook gebruiken als bijvoeglijk naamwoord, dus: de
gewonnen wedstrijd. Of: de
gelaarsde kat. Vervoeg deze!
Schrijf ze altijd zo kort mogelijk, dus niet: "de gehaatte zanger", maar "de gehate zanger".
Dit doe je alleen als de uitspraak niet verandert. dus: "de bezette stoel", en niet "de bezete stoel".