This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Tijdvak 1: Jagers & Boeren
Slide 1 - Slide
Tijdvak 1
Jagers & Boeren
tot 3000 v.Chr.
Geschiedenis is het verhaal van de mens en het verleden. In dit hoofdstuk leer je dat de mens de langste tijd van zijn bestaat als jager-verzamelaar heeft geleefd.
Slide 2 - Slide
Tijdvak 1
Jagers & Boeren
Door de overgang naar landbouw ontstonden zoveel nieuwe mogelijkheden, dat wordt gesproken van de Agrarische Revolutie. Dit tijdvak valt in de periode genaamd ''prehistorie''.
Slide 3 - Slide
Tijdvak 1
Jagers & Boeren
Dat is de tijd waarin geschreven bronnen ontbreken. De kennis die wij hebben over de jager-verzamelaars en de eerste boeren is vooral gebaseerd op archeologisch onderzoek.
Slide 4 - Slide
Vandaag:
Paragraaf 1.5: Egyptenaren leven met dood
Lesdoel: Hoe zag het dagelijks leven van een Egyptenaar eruit?
Slide 5 - Slide
Aanzien en status (1)
In de Egyptische samenleving waren de sociale verschillen groot. De farao had de meeste macht. Zijn familieleden en andere hoge bestuurders genoten ook veel aanzien. De rijke families verdeelden onderling de belangrijkste banen. Boeren en ambachtslieden kwamen daar nauwelijks voor in aanmerking. De functie van farao was erfelijk. Hij werd niet gekozen, maar opgevolgd door een van zijn kinderen.
Slide 6 - Slide
Aanzien en status (2)
De boeren en ambachtslieden vormden de grootste groep in de Egyptische samenleving. Hun leven was niet makkelijk. De belastingen waren vaak zo hoog, dat boeren maar weinig van hun oogst overhielden om van te leven. Soms was er zelfs sprake van hongersnood. Gemiddeld werd een Egyptische boer niet ouder dan veertig jaar.
Slide 7 - Slide
Aanzien en status (3)
De slaven hadden in Egypte het minste aanzien. Egyptische mannen konden met verschillende vrouwen tegelijk getrouwd zijn. Thuis zorgde de vrouw voor het huishouden en de opvoeding van de kinderen. De meeste vrouwen werkten ook op de akkers of hielden zich bezig met een ambacht, zoals weven.
Slide 8 - Slide
Aanzien en status (4)
Het malen van het graan werd alleen door vrouwen gedaan. Egyptische vrouwen konden ook functies hebben in het bestuur of een tempel, maar dat kwam niet vaak voor. Thuis hadden ze wel een sterke positie. Ze beheerden het geld en bepaalden waaraan het werd uitgegeven. Als een Egyptische man en vrouw gingen scheiden, dan had de vrouw recht op een deel van het gemeenschappelijk bezit.
Slide 9 - Slide
Graven en mummies (1)
Het leven in Egypte was niet mogelijk zonder de zon en de Nijl. Volgens de Egyptenaren zorgden de goden voor de jaarlijkse overstroming, het groeien van het graan, de zonsopgang en -ondergang en de gezondheid van de mensen. Omdat de Egyptenaren verscheidene goden vereerden, noemen we hun godsdienst polytheïstisch
Slide 10 - Slide
Graven en mummies (2)
In tempels brachten de priesters namens de gewone Egyptenaren offers. Die werden bij grote beelden van degoden neergelegd. Ook lazen de priesters spreuken voor. De Egyptenaren geloofden dat deze rituelen noodzakelijk waren om de goden tevreden te houden. Alleen dan werden het leven en de natuur niet ontregeld.
Slide 11 - Slide
Graven en mummies (3)
De goden bepaalden of je ziel na de dood in het hiernamaals zou voortleven. Je moest dan wel een goed leven hebben geleid. Alleen dan zou de god Osiris je toelaten tot het dodenrijk. Ook het lichaam moest na de dood bewaard blijven. Men geloofde dat de ziel iedere nacht naar het dodenrijk ging, maar overdag weer terugkeerde naar het lichaam.
Slide 12 - Slide
Graven en mummies (4)
Daar kon de ziel tot rust komen en weer aansterken. Om het lichaam goed te kunnen bewaren, moest het worden gemummificeerd. Nabestaanden bezochten regelmatig ’s ochtends het graf van een familielid en legden hier wat brood of vlees neer. Die maaltijd was bedoeld als offer voor de overledene.
Slide 13 - Slide
https:
Slide 14 - Link
Hoe zag het dagelijks leven van een Egyptenaar eruit?
Slide 15 - Mind map
Huiswerk
§1.5 --> Opdr. 2,3,5,6,8 maken online + Opdr. 4 & 7 maken in je WB + leren §1.5
Als het niet lukt online dan maak je het in je werkboek en neem je die de volgende les mee.