Pronom personnel H4

Pronom personnel 
Het persoonlijke voornaamwoord als :
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
En + Y
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pronom personnel 
Het persoonlijke voornaamwoord als :
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
En + Y

Slide 1 - Slide

Doel van de les:
Na afloop van de les:
1. begrijp je wat een persoonlijk voornaamwoord is in het Frans
2. kun je onderscheid maken tussen een onderwerplijdend voorwerp, een meewerkend voorwerp en EN/ Y
3. Kun je de plaats bepalen van een persoonlijk voornaamwoord in een Franse zin
4. kun je deze kennis toepassen in een opgave (zoals in de toets)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Als je de uitleg nog lastig vindt:
Als je de uitleg nog lastig vindt, kijk dan naar de volgende twee filmpjes over lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp  in het Frans.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Maak nu de opdracht in je mailbox !
De opdracht is naar je gemaild !
De eerste pagina is huiswerk voor dinsdag.
Je mag verder werken  aan de pagina's die volgen!

Slide 28 - Slide

Afsluiting!
Kijk nog even naar de doelen van deze les of die voor jou behaald zijn!
Zie volgende dia!

Slide 29 - Slide

Doelen:
Na afloop van de les:
1. begrijp je wat een persoonlijk voornaamwoord is in het Frans
2. kun je onderscheid maken tussen een onderwerp, lijdend voorwerp, een meewerkend voorwerp en EN/ Y
3. Kun je de plaats bepalen van een persoonlijk voornaamwoord in een Franse zin
4. kun je deze kennis toepassen in een opgave (zoals in de toets)

Slide 30 - Slide