Spelling blok 5

Welkom 2kd!

Pak rustig je:
1. NL boek
2. schrift
3. pen
4. leesboek

10 minuten stillezen...
timer
10:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom 2kd!

Pak rustig je:
1. NL boek
2. schrift
3. pen
4. leesboek

10 minuten stillezen...
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Programma van vandaag 
1. 10 minuten stillezen
2. Absentie
3. Terugblik
4. Instructie spelling blok 5
5. Evaluatie
6. Huiswerk

Slide 2 - Slide

Wat is het meervoud van het woord:
'mama' ?
A
mamas
B
mama's
C
mamaa's
D
er zit geen goed antwoord bij.

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van:
'baby' ?
A
babys
B
babies
C
baby's
D
babies

Slide 4 - Quiz

Wat is het meervoud van:
'idee' ?
A
idees
B
ideen
C
ideeen
D
ideeën

Slide 5 - Quiz

Spelling blok 5 doel:
"Aan het einde van de les kun je verkleinwoorden op een goede manier spellen"

Slide 6 - Slide

Spelling blok 5 theorie
Verkleinwoorden

Meestal schrijf je:
 -je (huis - huisje)
-pje (boom - boompje)
-etje (slang - slangetje)

Slide 7 - Slide

Spelling blok 5 theorie
Regels: 
Eindigt een woord op:

-ng  --> -nkje of -etje (afdeling - afdelinkje)
- i --> voeg -e- toe (taxi - taxietje)
- lange klinker, verdubbel dan de klinker (foto - fotootje, café - cafeetje)
- y --> schrijf een apostrof (pony, pony'tje, hobby - hobby'tje)
bij letters, cijfers en afkortingen, schrijf je apostrof (mp3'tje, 6'je)

Slide 8 - Slide

Even oefenen
Schrijf van de volgende woorden het verkleinwoord op:

1. stroom -  .....
2. lolly -        .....
3. bikini -     .....
4. A4 -           ......
5. koning -  ......

Slide 9 - Slide

Even oefenen
Antwoorden:

1. stroom - stroompje
2. lolly - lolly'tje
3. bikini - bikinietje
4. A4 - A4'tje
5. koning - koninkje

Slide 10 - Slide

Aan het werk
Spelling blok 4
blz. 227

Opdracht: 6
Klaar?  
Maak ELO  'Even bijspijkeren'
 'Spelling'   3.9,  4.9 , 5.8



timer
5:00000

Slide 11 - Slide

Nakijken
Opdracht 6. 
a. lolly - lolly'tje
b. stoom - stroompje
c. bikini - bikinietje
d. koning - koninkje
e. raam - raampje
f. spray - spraytje
g. nasi - nasietje


h. oma - omaatje
i. accu - acuutje
j. baby - baby'tje
k. 4 - 4'tje
l. cake - cakeje
m. jongen - jongetje
n. gang - gangetje
o. radio - radiootje

Slide 12 - Slide

Check 
Maak een superzin, waarbij je 3 woorden kiest. Schrijf het verkleinwoord op in een lange zin. (Schrijf op je wisbordje)
1.  jongen
2. lolly
3. nasi
4. oma
5. raam
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Check 
Een klein dictee :)

1. Pak je wisbord
2. Schrijf op...
      1.
      2.
      3.

Slide 14 - Slide

Antwoorden dictee
Een klein dictee :)

      1. omaatje
      2. lolly'tje
      3. baby'je

Slide 15 - Slide

Evaluatie
Waar (groen) of niet waar (rood)

Stelling 1: 
"Aan het einde van de les weet ik hoe je het vekleinwoord schrijft van zelfstandige naamwoorden

Stelling 2:
"Ik heb vandaag goed kunnen werken"

Slide 16 - Slide

Huiswerk
'bijspijkeren' spelling
Blok 3   3.9
Blok 4   4.9
Blok 5  5.8


Dank voor jullie aandacht!!

Slide 17 - Slide