This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Inspanningsfysiologie
Inspanningsfysiologie
Sportmassage
hfd 10
Slide 1 - Slide
Inspanningsfysiologie
De inspanningsfysiologie beschrijft en verklaart de processen en de veranderingen die optreden tijdens lichamelijke inspanning en hoe het lichaam zich daarbij aanpast
Slide 2 - Slide
Inspanningsfysiologie
Wat is het verschil tussen belasting en belastbaarheid?
Slide 3 - Slide
Wat is energie?
‘vermogen om arbeid te verrichten’
je kunt het:
opslaan
vrij maken
omzetten
verliezen
Slide 4 - Slide
Adenosinetrifosfaat
ATP
primaire energiedrager in alle levende cellen in ons lichaam
ATP -> ADP
ADP -> ATP
Energie komt vrij
Energie wordt tijdelijk opgeslagen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
De Formule
ATP -> ADP + P + Energie
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
voor splitsing ATP = GEEN zuurstof nodig = anaeroob
energie kan direct gebruikt worden
veel power in korte tijd
opgeslagen ATP na enkele seconde op
Resynthese
voor splitsing ATP = GEEN zuurstof nodig = anaeroob
energie kan direct gebruikt worden
veel power in korte tijd
opgeslagen ATP na enkele seconde op(+/- 2 á 3 sec)
Resynthese
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Energiesystemen
Fosfaatsysteem/ ATP ->CP
Het Lactaat systeem/ Snelle glycolyse
Het Zuurstofsysteem/ Langzame glycolyse
Slide 13 - Slide
ATP - CP SYSTEEM
CP = Creatinefosfaat
ligt opgeslagen in de cellen
hoeveelheid CP in de spieren in 3 x groter dan ATP
Het CP vormt met overgebleven ADP nieuw ATP op
CP -> C + P + Energie
Energie + ADP + P -> ATP
8-20 seconde energie
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Het Anaerobe Systeem
Lactaatsysteem / 'snelle glycolyse'
Glucose in de cellen wordt verbruikt voor resynthese
Resynthese is MET glucose ZONDER zuurstof
Onvolledige verbranding : bijproduct lactaat
Glucose -> Pyrodruivenzuur -> Energie
Energie + 2 ADP + 2P -> 2 ATP
20-120 seconde
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Het Aerobe systeem
Het zuurstofsysteem / 'langzame glycolyse'
Resynthese MET glucose en MET zuurstof
Volledige verbranding
Pyrodruivenzuur wordt omgezet in CO2 en H2O
Glucose + O2 -> CO2 + H2O + Energie
Energie + 36 ADP + 36 P -> 36 ATP
Molecuul vetzuur energie voor 130 ATP
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
voor splitsing ATP = GEEN zuurstof nodig = anaeroob
energie kan direct gebruikt worden
veel power in korte tijd
opgeslagen ATP na enkele seconde op
Resynthese
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
voor splitsing ATP = GEEN zuurstof nodig = anaeroob
energie kan direct gebruikt worden
veel power in korte tijd
opgeslagen ATP na enkele seconde op
Resynthese
De beperkende factor bij inspanning is zuurstoftoevoer.
Is de oorzaak dan via de ademhaling of via de bloedsomloop?
Slide 23 - Slide
Ventilatie
Luchtstroom van buiten het lichaam TOT de longblaasjes en vv
hier vindt geen diffusie plaats
Uitwendige Ademhaling
Uitwisseling van O2 en CO2 tussen de alveoli en bloedbaan
Inwendige Ademhaling
Uitwisseling van O2 en CO2 op celniveau=celademhaling
Slide 24 - Slide
Longventilatie en inspanning
verandering CO2-concentratie in het bloed
stimuleert het ademcentrum
versterkte ventilatie
Ademfrequentie blijft gelijk en de diepte van de ademhaling neemt toe
Ademfrequentie neemt toe en de diepte van de ademhaling blijft gelijk
Slide 25 - Slide
HartMinuutVolume
HMV is beperkende factor bij inspanning
Formule HMV = HF x SV
HMV vergroten = HF en/of SV omhoog
door training kan je een hoger SV krijgen en een lagere HF in rust
Slide 26 - Slide
EPOC
Excess Post exercise Oxygen Consumption
'zuurstofschuld'
zuurstoftekort ontstaan begin van de inspanning(anaeroob)
verhoogde zuurstof opname NA inspanning
herstel homeostase kost extra zuurstof
EPOC Alactisch
EPOC Lactisch
voor het afkoelen, de hartslag omlaag te brengen, voedingsstoffen aanvullen, spierherstel
Slide 27 - Slide
de Alactische Fase
de Lactische Fase
Second wind
Steady State
A-lactisch betekent dat er geen melkzuur wordt gevormd.
als de intensiteit laag blijft treed er snel een steady state fase op. Er is geen lactaat rest, dus minder zuurstof nodig om de homeostase te bereiken(EPOC Alactisch)
lactisch betekent dat er wel melkzuur wordt gevormd.
Na de inspanning is er meer zuurstof nodig en duurt het langer omm de homeostase te bereiken, omdat er meer lactaat moet worden verbrand.
bij beide energiesystemen(alactisch en lactisch)komt geen zuurstof te pas aan de verbranding. Dat gebeurt alleen bij het aerobe systeem
Wanneer er sprake is van een aerobe energielevering waarbij de zuurstofopname de zuurstofbehoefte dekt, spreek je van een steady state arbeid.
ook wel 'tweede adem'genoemd
het gevoel dat het ineens beter gaat, na enkele minuten buiten adem te zijn.
Waarom?
de energievoorziening werkt in het begin anaeroob
ventilatie en perfusie werken nog niet optimaal
pas wanneer de steady state fase ingaat, gaat het bewegen makkelijker: dit is de second wind
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Wat is de meest beperkende factor bij het aerobe uithoudingsvermogen?
A
het HMV
B
het AMV
C
de VC
D
het IRV
Slide 31 - Quiz
Welke stof is nodig om een spier te laten contraheren?
A
Glucose
B
CP
C
ATP
D
Vetzuren
Slide 32 - Quiz
Een contractie van een spier is mogelijk zonder direct zuurstofverbruik
A
juist
B
onjuist
Slide 33 - Quiz
Wat is de functie van CP in de cel?
A
om energie te leveren voor resynthese van ATP
B
om glycogeen om te zetten naar glucose
C
om glucose om te zetten naar glycogeen
D
om productie van melkzuur aan te zetten
Slide 34 - Quiz
Hoofdzakelijk worden aminozuren en zuurstof verbruikt bij een kortdurende spierarbeid
A
juist
B
onjuist
Slide 35 - Quiz
Waarom wordt conditietraining bij een marathonloper voornamelijk gegeven?
A
Om het aeroob uithoudingsvermogen te verbeteren
B
Om het anaeroob uithoudingsvermogen te verbeteren
C
voor meer opslag van ATP
D
voor meer opslag van CP
Slide 36 - Quiz
wat kan gesteld worden van getrainde atleten ten opzichte van ongetrainde mensen?
A
het HMV is lager in rust
B
een lagere HF in rust
C
een hogere maximale HF
D
geen van de antwoorden
Slide 37 - Quiz
Welke stof komt vrij tijdens glycolyse?
A
Melkzuur
B
glycogeen
C
CP
D
geen van de antwoorden
Slide 38 - Quiz
Waardoor kan een ophoping van afvalstoffen in de spier ontstaan?
A
Slide 39 - Quiz
A
Slide 40 - Quiz
A
Slide 41 - Quiz
De beperkende factor is zuurstoftoevoer naar de weefsels
A
juist
B
onjuist
Slide 42 - Quiz
Vetzuren kunnen zowel anaeroob als aeroob worden omgezet
A
juist
B
onjuist
Slide 43 - Quiz
A
Slide 44 - Quiz
Wat neemt toe als gevolg van regelmatige duurtraining?
A
Het aantal spiercellen
B
De maximale HF
C
Het maximale zuurstofopname vermogen
D
Toename leukocyten
Slide 45 - Quiz
Slide 46 - Slide
voor splitsing ATP = GEEN zuurstof nodig = anaeroob