2m par 5.4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wilco verkoopt 10 producten voor 8 euro. Hoeveel is de omzet?

1. 40 euro
2. 60 euro
3. 80 euro
4. 100 euro

Wilco heeft de 10 producten ingekocht voor 5 euro. Wat is de inkoopwaarde van de omzet?

1. 40 euro
2. 50 euro
3. 60 euro
4. 70 euro

De bedrijfskosten zijn 2 euro per product bij 10 producten. Wat zijn de bedrijfskosten?

1. 10 euro
2. 20 euro
3. 30 euro
4. 40 euro

Wilco heeft dus een omzet van 100 euro. Zijn inkoopwaarde is 50 euro van de omzet. Wat is de brutowinst?

1. 50 euro
2. 40 euro
3. 30 euro
4. 60 euro

Zijn brutowinst is 50 euro. zijn overige kosten zijn 20 euro. Wat si zijn nettowinst?

1. 20 euro
2. 30 euro
3. 40 euro
4. 50 euro

Ludo heeft 30 producten verkocht voor 5 euro per stuk. Hij heeft deze ingekocht voor 2 euro per stuk en zijn overige zijn 30 euro. Wat is zijn nettowinst?

1. 120 euro
2. 100 euro
3. 60 euro
4. 30 euro