Maatschappijkunde|Politiek|Paragraaf 1.1 en 1.2

Politiek
1 / 20
next
Slide 1: Mind map
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Politiek

Slide 1 - Mind map

Politiek
Paragraaf 1.1 Wat is politiek? & Paragraaf 1.2 De rol van de politiek bij maatschappelijke problemen. 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet jij wat politiek is en wat politici doen. 
Aan het einde van de les weet jij wie de overheid is en waarvoor hun verantwoordelijk voor zijn
Aan het einde van de les weet jij welke politieke niveaus er zijn.

Slide 3 - Slide

Wat is politiek?
''Het maken van regels, nemen van besluiten die te maken hebben met het besturen van een land, een provincie of gemeente''. 

Slide 4 - Slide

Ambtenaren
Ambtenaren- mensen in dienst van de overheid die veel verstand hebben van kwesties waarover de bestuurders moeten beslissen. 

  • Politieagenten
  • Zorgmedewerkers
  • Belastingdienstmedewerkers.

Slide 5 - Slide

Overheid & overheidsbeleid
  • Alle politici en ambtenaren bij elkaar.
  • Verantwoordelijk voor voorzieningen die we allemaal nodig hebben. Bijv. gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting.
  • Overheidsbeleid- het geheel van wettelijke regels en afspraken.

Slide 6 - Slide

Politieke niveaus
In Nederland zijn drie bestuurlijke niveaus:
  • Het land(nationaal bestuur)
  • De provincie
  • De gemeente(lokaal bestuur)

Slide 7 - Slide

Politici
  • Ze vertegenwoordigen de bevolking bij het nemen van politieke besluiten. 
  • Regelen zaken die voor heel veel mensen belangrijk zijn omdat ze er afhankelijk van zijn of er voordeel van hebben(algemeen belang) 
  • Nemen besluiten waar iedereen de gevolgen van merkt.
  • Wij kiezen zelf onze volksvertegenwoordigers(verkiezingen)

Politieke besluitvorming
- de manier waarop politici besluiten nemen. 

Slide 8 - Slide

Huiswerk
Hoofdstuk 1, De maatschappij en de politiek,  paragraaf 1.1. Opdracht 1 t/m 4, blz. 6 en 7. 

Slide 9 - Slide

Politiek
Paragraaf 1.1 Wat is politiek? & Paragraaf 1.2 De rol van de politiek bij maatschappelijke problemen. 

Slide 10 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan jij een maatschappelijke probleem herkennen en beargumenteren waarom het een maatschappelijke probleem is. 
  • Aan het einde van de les weet jij wat waarden en normen zijn en kan jij voorbeelden benoemen. 
  • Aan het einde van de les weet jij wat macht is en kan jij verschillende soorten machtsmiddelen benoemen.
  • Aan het einde van de les weet jij wanneer een probleem, een politieke probleem wordt. 

Slide 11 - Slide

De rol van de politiek bij maatschappelijke problemen
Kenmerken van maatschappelijke problemen
  1.  Veel mensen hebben er last van of keuren het af
  2. Er bestaan veel verschillende meningen over de oorzaken van het probleem en hoe het moet worden opgelost. 
  3. Het vraagstuk krijgt veel aandacht in de media
  4. Het probleem kan het best worden opgelost door de overheid(overheid moet oplossing vinden) 

Slide 12 - Slide

Waarden en normen
Waarden zijn principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven.
Normen zijn regels die bepalen hoe jij en anderen zich moeten gedragen.
  • (W)Privacy- (N) Je houdt afstand als iemand pincode intypt.
  • (W)Netheid- (N) Rommel gooi je in een vuilnisbak.
  • (W)Respect- (N) Je pest niet.

Slide 13 - Slide

Belang 
  • Het voordeel dat je ergens van hebt
  • Belangtegenstelling is het belang van de een botst met het belang van een ander. 

Slide 14 - Slide

Macht 
  • Mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden 
  • Machtsmiddelen kunnen daarbij helpen
  1. Aanzien of status
  2. Aantal
  3. Functie of beroep
  4. Geweld
  5. Overtuigingskracht

Slide 15 - Slide

Maatschappelijke probleem
  • Politiek probleem
  • Politici moeten wetten en regels maken
  • Komt op de politieke agenda(staan alle onderwerpen waarover politici met elkaar praten)

Dilemma: een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of juist nadelen hebben. 

Slide 16 - Slide

Wat is macht?
A
Het voordeel dat je ergens van hebt.
B
Mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden Mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
C
Principes die je belangrijk vindt in het leven.
D
Regels die bepalen hoe jij en anderen zich moeten gedragen.

Slide 17 - Quiz

Is een maatschappelijke probleem gelijk een politieke probleem?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Benoem minimaal 4 machtsmiddelen:

Slide 19 - Open question

Huiswerk
Paragraaf 1.2. Opdracht 5 t/m 16, begrippenlijst en samenvatting. Blz. 9 t/m 15.

Slide 20 - Slide