2.5 - B - De Griekse cultuur

2.5 De Griekse cultuur 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.5 De Griekse cultuur 

Slide 1 - Slide

Planning
  • Leerdoelen
  • Wetenschap
  • Filosofie
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de begrippen wetenschap, sofisten en filosofen uitleggen. 

Slide 3 - Slide

Wetenschap (1)
  • Mythen gaven verklaringen over ontstaan mens en natuur.

  • Bliksem,ziektes,  hongersnood.

  • Verklaringen zoeken in de natuur.

  • Wetenschap: het verzamelen van kennis door een verschijnsel nauwkeurig te bestuderen. 

Slide 4 - Slide

Wetenschap (2) 
  • Grieken hebben hun kennis van het oude Egypte. 

  • Ontstaan van wiskunde, natuurkunde en geneeskunde. 

  • Maar nog geen echte bewijzen. 

Slide 5 - Slide

Hippocrates
  • Grondlegger medische wetenschap

  • Hippocrates: gezond eten, veel bewegen

  • Heeft basis gelegd voor aspirine. 

  • Lichaam bestond uit humoren: bloed, slijm, gele gal, zwarte gal. 

  • De eed van Hippocrates

Slide 6 - Slide

Aristarchus
  • Afstand van de aarde naar de zon is veel groter dan van de aarde naar de maan.

  • De aarde draait om de zon en doet daar een jaar over. 

  • De maan geeft geen licht maar reflecteert het zonlicht. 

  • In de Middeleeuwen wordt deze ontdekking opnieuw gedaan: Copernicus. 

Slide 7 - Slide

Filosofie
  • Denken over levensvragen: 
    'Wat is waar?'
    'Wat is schoonheid?'
    'Wat is goed of fout?'

  • Filosofen: iemand die zoekt naar wijsheid en kennis om de wereld en de mens beter te begrijpen

  • Sofisten: leraren die les gaven in welsprekendheid. 

Slide 8 - Slide

Socrates
  • Schreef niets op papier maar voerde gesprekken: stellen van vragen. 

  • In gesprek deed hij alsof hij niets wist. 

  • Alleen door veel kennis kon je goede besluiten maken. 

  • Doodstraf voor 'het misleiden van de jeugd': gifbeker.  

Slide 9 - Slide

Plato 
  • Wie of wat is de mens? 
    1. Stoffelijk: het lichaam.
    2. Onstoffelijk: de ziel.

  • De ziel bestaat uit drie delen:
    1. Het verstand.
    2. De gevoelens.
    3. Begeerte (=wil naar lichamelijk genot).

  • Het verstand, de gevoelens en begeert evoeren telkens een innerlijke strijd. 

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken 
  • Socrative
    Onder de 60%, dan moet je een samenvatting schrijven van paragraaf 2.5

  • Werkblad op de ELO.

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt twee kenmerken noemen van de Griekse kunst en uitleggen waarom deze kunst vormen zo bijzonder waren.

  • Je kunt de begrippen wetenschap, sofisten en filosofen uitleggen. 

Slide 12 - Slide