This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Werken met vuistregels bij de normale verdeling
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het eind van deze les kan je werken met de vuistregels bij de normale verdeling.
Slide 2 - Slide
Dit is belangrijk om bijvoorbeeld kansberekeningen te kunnen maken.
Het nut van de vuistregels
De vuistregels bij de normale verdeling zijn een handige manier om snel informatie te krijgen over de verdeling.
Slide 3 - Slide
Herhaal de belangrijkste punten van de les.
Wat is de normale verdeling?
De normale verdeling is een symmetrische, klokvormige verdelingskromme die vaak voorkomt in de natuur, bijvoorbeeld bij lengtes van mensen.
De mediaan, de modus en het gemiddelde liggen op dezelfde plek
(onder de top van de normaalkromme)
Slide 4 - Slide
Vraag de studenten om voorbeelden te noemen van situaties waarin de normale verdeling voorkomt.
De 3 vuistregels
1) het gemiddelde ( ) is midden onder de top
2) de linker- en de rechter helft zijn verdeeld in 3 stukken
3) de 6 gebieden bevatten 2,5% - 13,5% - 34% - 34% - 13,5% - 2,5% van de
waarnemingsgetallen
μ
Slide 5 - Slide
Leg uit dat de vuistregels een snelle manier zijn om informatie te krijgen over de verdeling.
De standaarddeviatie ( )
Is de 'gemiddelde afwijking van het gemiddelde'.
Bij 1000 pakken hagelslag van 400 gram kan bijvoorbeeld 2 gram zijn.
394 396 398 400 402 404 406
- 3 + 3
σ
σ
σ
μ
σ
σ
μ
Slide 6 - Slide
Leg uit dat de vuistregels een snelle manier zijn om informatie te krijgen over de verdeling.
Oefenen met vuistregels
Van een groep kinderen is de lengte normaal verdeeld met een gemiddelde van 160 cm en een standaardafwijking van 6.
Wat is de maximale lengte van de kortste 2,5% van de kinderen? En van de langste 2,5%?
Tip: Teken de normale verdeling en zet de gegevens erbij.
Slide 7 - Slide
Zorg voor genoeg opdrachten en begeleid de studenten waar nodig.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 8 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 9 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 10 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.