Omtrek, oppervlakte en inhoud

Omtrek, oppervlakte en inhoud
1 / 12
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Omtrek, oppervlakte en inhoud

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waarom moeten we omtrek, oppervlakte en inhoud kennen?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions


Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
A
12 dm²
B
32 cm²
C
2,7 dm²
D
16 cm

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Een weiland is 15 x 10 meter.

Hoeveel meter hek heeft de boer moeten
kopen om het weiland af te sluiten?
A
50 m
B
150 m
C
15 m
D
10 m

Slide 4 - Quiz

Als je de grootte van iets uitspreekt zeg je vaak: (lengte) bij (breedte) meter. Dat schrijf je als ... x ... meter.
Wat is de omtrek van dit figuur?
A
34 m
B
64 m
C
44 m
D
48 m

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de lengte van het figuur?
A
12 m
B
10 m
C
5 m
D
6 m

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb 2,25 kg meel nodig voor het bakken. Hoeveel gram is dat?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat is de omtrek van het gehele hockeyveld?
A
292,8 m
B
312,8 m
C
316,8 m
D
5027 m

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een tapijt is 1,8 m bij 60 cm
Wat is de oppervlakte van het tapijt in vierkante meter?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Bij het koken heb je 1,5 L bouillon nodig. Hoeveel mL is dat?
A
15 mL
B
150 mL
C
1500 mL
D
0,0015 mL

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een kast is 5 dm breed, 1 m lang en 200 cm hoog. Bereken de inhoud in kubieke m.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Iemand wilt afvallen, zijn doel is 66kg te wegen over 4 weken. Hij weegt nu 69,4 kg. Hoeveel gram moet hij per week gemiddeld afvallen om het doel te bereiken?
A
85 g
B
850 g
C
60 g
D
600 g

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions