410 les 3: 2.4 / Exponentiele verbanden en procenten - 4M



● Lesdoel bespreken
● Terugblik: Vk2 t/m 2.3
● Uitleg: 2.4
● Zelfstandig werken
● Huiswerk en afsluiting
Welkom bij wiskunde
bij
bij
Laptop 
in de tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Pak een wisbordje.
1 / 39
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson



● Lesdoel bespreken
● Terugblik: Vk2 t/m 2.3
● Uitleg: 2.4
● Zelfstandig werken
● Huiswerk en afsluiting
Welkom bij wiskunde
bij
bij
Laptop 
in de tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Pak een wisbordje.

Slide 1 - Slide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen

Je kunt van een percentage een groeifactor maken.

Je kunt de groeifactor berekenen bij een exponentiele afname/toename.

Je kunt de verdubbelingstijd uitrekenen.

Je kunt de halveringstijd uitrekenen.








H2: Verbanden
Vk Volgorde van bewerkingen
2.1 Machtsverbanden
2.2 Wortelverbanden
2.3 Exponentiele verbanden
2.4 Exponentiele verbanden
       en procenten

Slide 2 - Slide

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Terugblik
  • Wat moet er in een formule staan, willen we spreken van een machtsverband?
  • De variabele moet het grondtal van een macht zijn.
  • En bij een wortelverband?
  • De variabele moet onder het wortelteken staan.
  • Wat is de algemene formule voor een exponentiele formule?
  • Aantal = begingetal x groeifactortijd        of      N = b . gt

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
  • Is hier sprake van een exponentieel verband?
  • 24 : 8 = 3, 72 : 24 = 3, 252 : 72 = 3,5
    Nee, na 2 jaar klopt het niet meer.
t (jaren)
8
24
72
252

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
  • Is hier sprake van een exponentieel verband?
  • 8 : 4 = 2, 16 : 8 = 2, 32 : 16 = 2
    Ja, elk jaar verdubbelen het aantal mussen. 
  • Wat is het begingetal?
  • Het begingetal is 4 mussen.
  • Welke formule hoort bij deze tabel?
  • Aantal mussen = 4 . 2t
             t : tijd in jaren
t (jaren)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

2.4: Exponentiele groei en procenten
                             N = b . gt            in filmpje H = b . gt

Kijkvragen:
  • Wat is de groeifactor bij een stijging van 25 %?
  • Wat is de groeifactor bij een daling van 25%
  • Welke procentuele stijging of daling hoort bij een groeifactor van 1,335?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

2.4: Exponentiele groei en procenten
                             N = b . gt            in filmpje H = b . gt

Kijkvragen:
  • Wat is de groeifactor bij een stijging van 25 %?
  • Wat is de groeifactor bij een daling van 25%
  • Welke procentuele stijging of daling hoort bij een groeifactor van 1,335?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

2.4: Exponentiele groei en procenten
                             N = b . gt            in filmpje H = b . gt

Kijkvragen:
  • Wat is de groeifactor bij een stijging van 25 %?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2.4: Exponentiele groei en procenten
                             N = b . gt            in filmpje H = b . gt

Kijkvragen:
  • Wat is de groeifactor bij een stijging van 25 %?
  • 100 + 25 = 125 %
    125 : 100 = 1,25
    Dus de groeifactor is 1,25.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

2.4: Exponentiele groei en procenten
                             N = b . gt            in filmpje H = b . gt

Kijkvragen:
  • Wat is de groeifactor bij een daling van 25 %?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

2.4: Exponentiele groei en procenten
                             N = b . gt            in filmpje H = b . gt

Kijkvragen:
  • Wat is de groeifactor bij een daling van 25 %?
  • 100 - 25 = 75 %
    75 : 100 = 0,75
    Dus de groeifactor is 0,75.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

2.4: Exponentiele groei en procenten
                             N = b . gt            in filmpje H = b . gt

Kijkvragen:
  • Welke procentuele stijging of daling hoort bij een groeifactor van 1,335?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2.4: Exponentiele groei en procenten
                             N = b . gt            in filmpje H = b . gt
Kijkvragen:
  • Welke procentuele stijging of daling hoort bij een groeifactor van 1,335?
  • 1,335 x 100 = 133,5
    133,5 - 100 = 33,5
    Dus een stijging van 33,5 %

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Van percentage naar groeifactor
  • groeifactor bij procentuele toename = (100% + toename in %) : 100
  • groeifactor bij toename is altijd groter dan 1,0

  • groeifactor bij procentuele afname= (100% - afname in %) : 100
  • groeifactor bij afname is altijd tussen 0,0 en 1,0

  • Groeifactor precies 1,0,
                                           dan veranderd er niks en blijft het altijd het begingetal.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Groeifactor bij toename in %

toename in %                  + 100                  : 100                     groeifactor

toename in %                      - 100                  x 100                   groeifactor



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Groeifactor bij afname in %

100 - afname in %                      : 100                     groeifactor

afname in %              100 - antwoord              x 100             groeifactor



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Van percentage naar groeifactor
groei van 3,5 % => 100 % + 3,5 % = 103,5 % 
                                       103,5 : 100 = 1,035
                                        Dus groeifactor 1,035.

  • Procentuele toename met 2,5 %, wat is de groeifactor?
  • Procentuele afname met 0,5%, wat is de groeifactor?
  • De groeifactor is 1,069. Wat is de procentuele toename?
  • De groeifactor is 0,875. Wat is de procentuele afname?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

verdubbeling en halvering




  1. schrijf de verdubbeling of halvering eerst op
  2. Klem in om de juiste tijd te vinden
  3. gebruik het T schema

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions





a. 1,12 x 100 = 112 
     112 - 100 = 12
     Dus 12 % groei. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

125 x 2 = 250 schapen









Slide 23 - Slide

This item has no instructions

125 x 2 = 250 schapen









t1
t = 125 x 1,12t = 250
1

1

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

125 x 2 = 250 schapen









t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101

1

125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel




Slide 25 - Slide

This item has no instructions

125 x 2 = 250 schapen









t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
1

125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig



Slide 26 - Slide

This item has no instructions

125 x 2 = 250 schapen









t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
t = 71

125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig
125 x 1,127 = 276,335...      Te Veel


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

125 x 2 = 250 schapen









t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
t = 71
t = 61
125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig
125 x 1,127 = 276,335...      Te Veel
125 x 1,126 = 246,727...  Te Weinig

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

125 x 2 = 250 schapen







Na 7 jaar is het voor het eerst verdubbeld. 


t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
t = 71
t = 61
125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig
125 x 1,127 = 276,335...      Te Veel
125 x 1,126 = 246,727...  Te Weinig

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

125 x 2 = 250 schapen







Na 7 jaar is het voor het eerst verdubbeld.

Dus verdubbelingstijd is 7 jaar.


t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
t = 71
t = 61
125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig
125 x 1,127 = 276,335...      Te Veel
125 x 1,126 = 246,727...  Te Weinig

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

125 x 2 = 250 schapen







Na 7 jaar is het voor het eerst verdubbeld.

Dus verdubbelingstijd is 7 jaar.


t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
t = 71
t = 61
125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig
125 x 1,127 = 276,335...      Te Veel
125 x 1,126 = 246,727...  Te Weinig

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Verdubbelen en halveren

Verdubbelen -> wanneer het voor het eerst (meer dan)
                                  verdubbeld is.

Halveren -> wanneer het voor het eerst (meer dan)
                          gehalveerd is.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Besproken leerdoelen

Je kunt van een percentage een groeifactor maken.

Je kunt de groeifactor berekenen bij een exponentiele afname/toename.

Je kunt de verdubbelingstijd uitrekenen.

Je kunt de halveringstijd uitrekenen.








H2: Verbanden
Vk Volgorde van bewerkingen
2.1 Machtsverbanden
2.2 Wortelverbanden
2.3 Exponentiele verbanden
2.4 Exponentiele verbanden
       en procenten

Slide 33 - Slide

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Leren voor het SE
Voorbereiding voor het leren
  • Alle huiswerk (en evt. extra opgaven) maken.
  • Alle huiswerk nakijken: Digitale leeromgeving
                                                            E-books
                                                            Bestaande functionaliteit
                                                            Uitwerkingen 4 kgt deel 1
  • Stel vragen aan mensen die je kunnen helpen.
                                                                                         

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Leren voor het SE
Leren per paragraaf
  • Lees de groene stukken theorie en bestudeer de voorbeelden.
  • Leer de aantekeningen bij de paragraaf.
  • Doe de leerdoelencheck aan het eind van de paragraaf. 
  • Oefen met opgaven uit de paragraaf die je nog lastig vindt. 
  • Kijk uitlegfilmpjes achteraan de les of zoek op internet.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Leren voor het SE
Laatste check
  • Leer de samenvatting van het hoofdstuk.
  • Maak de Gemengde opgaven.
  • Kijk de Gemengde opgaven na.
  • Stel de laatste vragen aan mensen die je kunnen helpen.
  • Pak je leerdoelenformulier en check of je alles kunt aanvinken.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Maken van H2:
Paragraaf 2.4 volgens jouw leerroutes

Nakijken:
Huiswerk van H2 tot nu toe.




timer
4:00
Achter de les
Testopgaven:
E -> blz. 92
F -> blz. 97
G -> blz. 100

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions