Instaptoets H3 Klimaat en Landschap H4, V4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Instaptoets H3
Klimaat en Landschap

Schoolexamen (5%)

Maak aantekeningen

Opdrachten goed bijhouden

Wat is de juiste omschrijving van breedteligging?

1. Grote gebieden die qua klimaat hetzelfde zijn
2. Hoek die de zonnestralen maken met het aardoppervlak
3. De ligging van een plaats ten opzichte van de evenaar in graden
4. Zone op aarde die ingedeeld is in temperatuur

Plaatsen op hoge breedte liggen dichtbij de evenaar.

1. Juist
2. Onjuist

Lage breedte ligt op....

1. 0 graden t/m 23.5 graden
2. 23.5 graden t/m 66.5 graden
3. 66.5 graden t/m 90 graden
4. rond de Noordpool

Welke zonnestraal valt er in op hoge breedte?

B

A

1. A
2. B

Bij de evenaar is de invalshoek van de zon

1. Klein
2. Groot

De zon verwarmt de aarde, de aarde verwarmt de atmosfeer.

1. Juist
2. Onjuist

Zonder dampkring is op aarde geen leven mogelijk.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is aanlandige wind?

1. Wind die van het land naar de zee waait
2. Wind die van de zee naar het land waait
3. Wind die uit de bergen komt.
4. Wind die verder de zee in waait.

Zeewind (aanlandige wind) brengt verkoeling in de zomer en verwarming in de winter.

1. Juist
2. Onjuist

1. Water warmt minder snel op dan land.
2. Water houdt warmte langer vast dan land.

1. 1 en 2 zijn waar
2. 1 is waar, 2 is niet waar
3. 1 is niet waar, 2 is waar
4. 1 en 2 zijn niet waar

Welke windrichting wordt hier weergegeven?

1. Noordoostenwind
2. Noordwestenwind
3. Zuidwestenwind
4. Zuidoostenwind

Oostenwind is in Nederland hetzelfde als zeewind en aanlandige wind.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de meest voorkomende windrichting in Nederland?

1. Noordwestenwind
2. Zuidwestenwind
3. Noordoostenwind
4. Zuidoostenwind

Warme lucht kan meer vocht vasthouden dan koude lucht.

1. Waar
2. Niet waar

Warme lucht is zwaarder dan koude lucht.

1. Waar
2. Niet waar

Wind waait van....

1. Hoge druk naar lage druk
2. Lage druk naar hoge druk

Het klimaat is ..........................

1. Het gemiddelde weer in een bepaald gebied, gemeten over een periode van 30 jaar.
2. De temperatuur, de neerslag en de wind op een bepaalde plaats, op een bepaald moment.

Welk klimaat hebben we in Nederland?

1. Continentaal klimaat
2. Landklimaat
3. Zeeklimaat
4. Gematigd Zeeklimaat

Als ik denk aan klimaatverandering, denk ik aan:

Per 1000 meter stijging wordt het … kouder.

1. 4 graden
2. 5 graden
3. 6 graden
4. 7 graden

Wat is de loefzijde van de berg?

A

B

1. A
2. B

Bij gebergten komt vooral stijgingsregens voor.

1. Waar
2. Niet waar

Stijgingsregen

Geef de betekenis van het broeikaseffect?

1. Het verbouwen van planten in kassen.
2. Een laag gas laag in de atmosfeer die ons beschermt tegen zonnestraling.
3. Het vasthouden van koude lucht door koolzuurgas.
4. Het vasthouden van warme lucht door gassen in de dampkring

Zonder het broeikaseffect zou het veel warmer op aarde zijn.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is het versterkte broeikaseffect?

1. Broeikassen die ervoor zorgen dat de aarde warm blijft.
2. Extra uitstoot van broeikasgassen door de verbranding van fossiele brandstoffen.
3. De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
4. Het overschakelen van fossiele brandstoffen op energiebronnen die niet opraken en geen CO2 uitstoten.