De spieren hebben glucose en koolstofdioxide uit het bloed nodig.
B
De spieren hebben glucose en zuurstof uit het bloed nodig.
C
De spieren hebben koolstofdioxide en zuurstof uit het bloed nodig.
Slide 4 - Quiz
Je bloed stroomt door bloedvaten. Bekijk de bovenkant van je hand of de onderkant van je arm. Kun je bloedvaten zien?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Je bloed stroomt door bloedvaten. Bekijk de bovenkant van je hand of de onderkant van je arm. Kun je bloedvaten voelen?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Hoe vervoert je bloed stoffen?
Je hebt ongeveer 4 tot 5 liter bloed.
Bloedplasma is het waterige deel van het bloed. Vervoert voedingsstoffen en koolstofdioxide.
Vaste deel van het bloed: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
Witte bloedcellen zorgen voor de afweer.
Bloedplaatjes voor de bloedstolling
Slide 7 - Slide
Waar bestaat bloed uit?
Slide 8 - Open question
Welke omschrijvingen horen bij bloedplasma en welke bij rode bloedcellen?
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Kleuren het bloed rood
Vloeibaar
Vervoer van zuurstof
Vervoer van voedingsstoffen
Cellen
Lichtgeel van kleur
Slide 9 - Drag question
Door welke bloedvaten stroomt je bloed?
Je bloedvatenstelsel bestaat uit je hart en bloedvaten.
Slide 10 - Slide
Door welke bloedvaten stroomt je bloed?
Slagaders: vervoeren het bloed vanaf je hart naar je organen.
Haarvaten: de kleinste en dunste bloedvaatjes, zitten in al je organen.
Aders: vervoeren het bloed vanaf de organen weer naar je hart. In de aders zitten kleppen om het bloed de goede kant op te laten stromen.
Slide 11 - Slide
Hoe komen stoffen bij je cellen?
De slagaders voeren het bloed naar de haarvaten van de organen.
In de haarvaten gaat zuurstof vanuit de rode bloedcellen naar het bloedplasma.
In de dunne wand van haarvaten zitten kleine openingen. Het bloedplasma met daarin glucose en zuurstof lekt door die gaatjes naar buiten. De vloeistof uit de haarvaten komt zo tussen de cellen terecht.
De cellen nemen glucose en zuurstof op.
Bij de verbranding ontstaat koolstofdioxide en water. Deze stoffen gaan vanuit de cellen naar de vloeistof rond de cellen. Die vloeistof stroomt terug naar de haarvaten.
Vanuit de haarvaten gaat het bloed met de afvalstoffen naar aders.
Vanuit de aders gaat het bloed weer naar het hart.
Slide 12 - Slide
Waar bestaat het bloedvatenstelsel uit?
Slide 13 - Open question
Noem de 3 soorten bloedvaten
Slide 14 - Open question
Welke twee stoffen gaan van het haarvat naar een orgaan?