Een bijwoord kan van alles aangeven:
- Tijd (gisteren, tegenwoordig, morgen)
- Plaats (er, nergens, overal)
- Zekerheid (vast, absoluut)
- Ontkenning (niet, nooit)
Veel vraagwoorden zijn een bijwoord (hoe, waar, wanneer)
Veel woorden die in hun eentje een zinsdeel kunnen vormen, zijn bijwoorden.