Reanimeren

Reanimeren
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieBasisschoolGroep 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Reanimeren

Slide 1 - Slide

1. Wie reanimeren slachtoffers het vaakst?
A
Omstanders
B
Zorgprofessionals

Slide 2 - Quiz

2. Wat is de maximale tijd waarin reanimatie moet beginnen om de overlevingskans het grootst te maken?

A
2 minuten
B
4 minuten
C
6 minuten
D
8 minuten

Slide 3 - Quiz

3. Hoe groot is de overlevingskans bij een reanimatie?
A
25%
B
50%
C
75%

Slide 4 - Quiz

4. Wat is de 1e stap die je volgt bij reanimatie?

A
Bel 112
B
Let op gevaar
C
Controleer het bewustzijn

Slide 5 - Quiz

5.Wanneer start je reanimatie?

A
Bij bewusteloosheid
B
Bij bewusteloosheid en geen pols
C
Bij bewusteloosheid en geen ademhaling

Slide 6 - Quiz

6. Wat is de juiste volgorde bij een reanimatie?

A
Veiligheid, bewustzijn, 112, luchtweg, compressies & beademing
B
Veiligheid, 112, bewustzijn, luchtweg, compressies & beademing
C
Veiligheid, bewustzijn, luchtweg, 112, compressies & beademing

Slide 7 - Quiz


7. Hoeveel compressies en beademingen worden er gegeven tijdens reanimatie?

A
25 om 3
B
40 om 2
C
40 om 3
D
30 om 2

Slide 8 - Quiz

8. Wat is de aanbevolen snelheid/frequentie borstcompressies bij een volwassenen?

A
100 - 120 p/min
B
80 - 100 p/min
C
120 - 140 p/min
D
60 - 80 p min

Slide 9 - Quiz

9. Wat is de juiste positie van de handen tijdens de borstcompressie?
A
Op de buik
B
Op het midden op van de borstkas, op het borstbeen
C
Op de linkerborst

Slide 10 - Quiz

10. Geef de AED altijd een schok tijdens reanimatie?

A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

11. In hoeveel gevallen bij reanimatie geeft de AED een schok?

A
30%
B
50%
C
80%

Slide 12 - Quiz