Toetsweek en Hoe maak ik een toets? 210309

Toetsweek
1 / 34
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Toetsweek

Slide 1 - Slide

Waar moet je zijn?
Niels t/m Amy in lokaal1 .08
Bart t/m Mark in lokaal 1.05
Annabelle en Milan in lokaal 3.07

Slide 2 - Slide

Zorg dat je op tijd bent!
8.20 uur start de toets

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke spullen moet je meenemen naar je toets?
  • Blauwe of zwarte pennen
  • Potlood (en gum) voor tekenvragen


Wiskunde

  • Passer?
  • Geodriehoek?
  • Rekenmachine?


- Kijk ook altijd in Magister!

- Neem eventueel een leesboek mee voor als je klaar bent

Slide 5 - Slide

Voordat de toets begint
  • Ga je naar het toilet
  • Zorg je dat je telefoon  in je kluisje ligt
  • Leg je je spulletjes op tafel
  • Noteer vast je voor- en achternaam, klas, docent en datum op het antwoordblad
  • Luister je naar de instructie van de docent.

Slide 6 - Slide

Besteed aandacht aan het goed doornemen van de instructie.

Slide 7 - Slide

Instructie
  • Uit hoeveel vragen bestaat de toets?
  • Houd de tijd in de gaten

Slide 8 - Slide

Wat de docent niet kan lezen, wordt fout gerekend.

Slide 9 - Slide

Paniek!
  • Raak niet in paniek; door stress kan je minder goed nadenken.


  • Eerst: even diep ademhalen


  • Sla een moeilijke vraag over zodat je weer vertrouwen krijgt van een antwoord dat je wel weet.

Slide 10 - Slide

Tijdens de toets
Lees de vraag goed door en kijk goed wat er precies gevraagd wordt

  • Docenten helpen je tijdens een toets niet

Slide 11 - Slide

Klaar!
  • Controleer of je alles gemaakt hebt (achterkant!)
  • Maak de opgaven die je hebt overgeslagen
  • Gok als je het echt niet weet
  • Controleer of op alle blaadjes je naam staat
  • Leg de toets omgekeerd op de hoek van de bank
  • De docent komt de toets niet ophalen.
  • Ga voor een ander vak leren of een boek lezen.

Slide 12 - Slide

Soorten vragen

Slide 13 - Slide

1. Open vragen
2. Gesloten vragen
3. Meerkeuzevragen

Slide 14 - Slide

1. Open vragen
2. Gesloten vragen
3. Meerkeuzevragen

Slide 15 - Slide

Open vragen
Wordt vaak naar uitleg gevraagd

  • Antwoorden in hele zinnen


TIP: Laat woorden uit de vraag in je anwoorden terugkomen.

Slide 16 - Slide

Waarom denkt Pyramus dat Thisbe dood is?



Hoe formuleer je je antwoord?

Slide 17 - Slide

Waarom denkt Pyramus dat Thisbe dood is?

Slide 18 - Open question

Waarom denkt Pyramus dat Thisbe dood is?
  1. Laat een deel van de vraag in je antwoord komen
  2. Bij uitleg is het handig om woorden als 'want', 'omdat' of 'doordat' te gebruiken.


  • Pyramus denkt dat Thisbe dood is, omdat....

Slide 19 - Slide

1. Open vragen
2. Gesloten vragen
3. Meerkeuzevragen

Slide 20 - Slide

Juist of onjuist
  • Je hebt hier altijd te maken met beweringen
  • Lees de bewering goed
  • Let op woordjes als 'altijd', 'nooit', 'alles', 'iedereen' of dubbele ontkenningen.
  • Er is nooit een gelijke verdeling met juist en onjuist-beweringen. Als jij acht keer achter elkaar onjuist hebt, kan dat best juist zijn.
  • Je hebt 50% kans op het goede antwoord: GOK als je het niet weet!

Slide 21 - Slide

Fictieverhalen kunnen nooit realistisch zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Meestal behoort een verhaal tot meerdere genres.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Non-fictie kan niet verzonnen zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

1. Open vragen
2. Gesloten vragen
3. Meerkeuzevragen

Slide 25 - Slide

Meerkeuzevragen
  • Zijn altijd op dezelfde manier opgebouwd


  • 1 goed antwoord
  • 1 fout antwoord
  • 1-3 afleiders


  • Afleiders zijn antwoorden die het goede antwoord lijken te zijn, maar iemand met voldoende kennis weet dat die antwoorden onjuist zijn.

Slide 26 - Slide

Hoeveel planeten zijn er in ons zonnestelsel?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 27 - Quiz

A is een afleider, omdat
  • Mensen vergeten nog weleens de aarde mee te tellen.

Slide 28 - Slide

C is een afleider, omdat
  • Tot 2006 was C wel het juiste antwoord, maar vervolgens werd Pluto als dwergplaneet benoemd en hoorde hij dus niet langer tot ons zonnestelsel.

Slide 29 - Slide

D was het foute antwoord.

Slide 30 - Slide

Meerkeuzevragen
  • Lees de vraag goed (Wat wordt er nu eigenlijk van mij gevraagd?)
  • Kijk nog niet naar de antwoorden
  • Bedenk wat volgens jou het goede antwoord moet zijn
  • Kijk of dat antwoord tussen de antwoordmogelijkheden staat


Zie je het goede antwoord niet gelijk?

  • Ga foute antwoorden wegstrepen

Slide 31 - Slide

En onthoud
  • Ga niet op zoek naar patronen in je antwoorden
  • Gok wanneer je het écht niet weet.

Slide 32 - Slide

Korte samenvatting
  • Ga goed voorbereid naar de toets en neem de juiste spullen mee.
  • Luister naar de instructie van de docent en lees de instructie op de toets goed door.
  • Houd de tijd goed in de gaten.
  • Lees de vragen goed. (Wat wordt er nu precies gevraagd?)
  • Als je een vraag niet weet, sla je hem even over en ga je naar een vraag die je wel weet.
  • Controleer of je alle opgaven gemaakt hebt (achterkant!).
  • Als je tijd over hebt: neem je antwoorden nog eens door.
  • Neem iets mee (leesboek) voor als je eerder klaar bent met de toets.



Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide