9.1 weerstanden

9.1 weerstanden
Benodigheden
- Boek
- Laptop
- Binas
- rekenmachine


Tassen op de grond
Boeken op tafel
Wat gaan we doen?

uitleg
lessonup vragen
zelf aan de slag
vragen stellen!!
Jas  buiten het lokaal
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

9.1 weerstanden
Benodigheden
- Boek
- Laptop
- Binas
- rekenmachine


Tassen op de grond
Boeken op tafel
Wat gaan we doen?

uitleg
lessonup vragen
zelf aan de slag
vragen stellen!!
Jas  buiten het lokaal

Slide 1 - Slide

leerdoelen
9.1.1 Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met de weerstand van een schakelonderdeel.
9.1.2 Je kunt uitleggen hoe je de totale weerstand van een stroomkring groter kunt maken.
9.1.3 Je kunt beschrijven hoe je de weerstand van een schakelonderdeel kunt bepalen.
9.1.4 Je kunt berekeningen uitvoeren met de spanning, de stroomsterkte en de weerstand.
9.1.5 Je kunt beredeneren of de wet van Ohm van toepassing is op een schakelonderdeel.
9.1.6 Je kunt uit de kleurcode op een weerstandje afleiden hoe groot zijn weerstandswaarde is.

Slide 2 - Slide

Welke component hoort er niet bij?
A
accu
B
batterij
C
schakelaar
D
dynamo

Slide 3 - Quiz

Een stroom- of Ampéremeter is altijd parallel geschakeld.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Ampèremeter

Slide 5 - Slide

Geleiders
Sommige materialen laten elektriciteit door. Zo'n materiaal noemen we een geleider.  

Alle metalen zijn goede geleiders. Veel gebruikte geleiders zijn koper, ijzer, tin en staal. Maar ook andere metalen zoals aluminium, zilver, goud en kwik geleiden elektriciteit goed. 

Zie Binas tabel 15 "soortelijke weerstand"


Geleiders laten elektriciteit goed door

Slide 6 - Slide

Isolatoren
Bijna alle andere materialen laten elektriciteit niet makkelijk door. 

Dit noemen we een isolator. 

Voorbeelden van isolatoren zijn hout, plastic, rubber, glas, keramiek, steen en vooral lucht.

Er staat een streepje in tabel 15 onder "soortelijke weerstand"
Isolatoren laten geen elektriciteit door

Slide 7 - Slide

Weerstand
In een stroomdraad is sprake van weerstand. Koper heeft een soortelijke weerstand van 0,017 Ωmm2/m.

Deze weerstand  in een elektriciteitssnoer is o.a. afhankelijk van: 
1. de lengte; Hoe langer het snoer, hoe groter de weerstand.
2. de dikte; Hoe dunner het snoer, hoe groter de weerstand.
Weerstand is hoe makkelijk of hoe moeilijk de elektronen door een materiaal heen bewegen.

Slide 8 - Slide

Een multimeter meet: 
  • Spanning (volt)
  • Stroomsterkte (Ampère)
  •  Weerstand (Ohm)

Slide 9 - Slide

Wet van Ohm
De elektrische stroomsterkte hangt af van twee dingen:
  • de spanning 
  • de weerstand. 

Spanning kun je vergelijken met de kracht waarmee de elektrische deeltjes vooruit geduwd worden. 

Hoe hoger de spanning, hoe groter de stroomsterkte. 

Hoe groter de weerstand, hoe lager de stroomsterkte. 

Slide 10 - Slide

Wet van Ohm

Slide 11 - Slide

Vragen?
  • Nee ?
  • Dan gaan we er nu mee werken.

Slide 12 - Slide

Stappen
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord +eenheid

Slide 13 - Slide

Uitwerking opdracht 
Gegevens:
I = 1,2 A
R= 15 Ohm

Gevraagd:
U

Oplossing:
Spanning = stroomsterkte x weerstand
U = I x R
U = 1,2 x 15
U = 18 V

Slide 14 - Slide

Opdracht 1

Slide 15 - Slide

Wat is het antwoord?

Slide 16 - Open question

Uitwerking opdracht 1

Slide 17 - Slide

Opdracht 2

Slide 18 - Slide

Wat is het antwoord?

Slide 19 - Open question

Uitwerking opdracht 2

Slide 20 - Slide

Opdracht 3

Slide 21 - Slide

Wat is het antwoord?

Slide 22 - Open question

Uitwerking opdracht 3

Slide 23 - Slide

Opdracht 4

Slide 24 - Slide

Wat is het antwoord?

Slide 25 - Open question

Uitwerking opdracht 4

Slide 26 - Slide

Voorbeeld van een weerstand

Slide 27 - Slide

Symbool weerstand
Hoe teken je een weerstand in een schakelschema? 

Je gebruikt het symbool in het plaatje hiernaast. 

Slide 28 - Slide

Waarde van een weerstand
De waarde van een weerstandje kun je bepalen aan de hand van de gekleurde ringen. 

Op het plaatje hiernaast zie je wat de kleurcode van een weerstand betekent. 

Slide 29 - Slide

Ring 4 en evt 5
De 4e (en soms 5e ring) zijn zilver of goud. Dit betekent dat ze een afwijking hebben. Bij zilver is de afwijking 10% en de gouden 5%. 

Slide 30 - Slide

Hoe werken die kleurcodes dan?
In de hieropvolgende plaatjes zie je hoe je stap voor stap de weerstand kunt bepalen door naar de ringen te kijken. 
De eerste afbeelding laat het voorbeeld zien, de 2e, 3e en 4e laten de waarde van de ring zien. 

Slide 31 - Slide

Hier zie je kleuren van de ringen

Slide 32 - Slide

De groene ring geeft een 5 aan

Slide 33 - Slide

De blauwe ring geeft een 6 aan

Slide 34 - Slide

De rode ring geeft 2 nullen aan

Slide 35 - Slide

Bijna klaar
De laatste ring is goud. Dit geeft dus aan dat er een afwijking kan zijn van 5%. 

De weerstand tussen ligt tussen de 
5320 Ohm en 5880 Ohm

Slide 36 - Slide

Aan het werk!
Wat? 9.1 Weerstanden - opdrachten 1 t/m 14
 Waar? In je boek!
Waarmee? Je Binas, rekenmachine, pen

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? maken test jezelf online van §9.1
Tijd over? alvast lezen §9.2

timer
1:00

Slide 37 - Slide