Vermenigvuldigen en delen negatieve getallen

Startopdracht
Kijk je huiswerk na en verbeter je fouten
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startopdracht
Kijk je huiswerk na en verbeter je fouten

Slide 1 - Slide

Planning
Herhalen:  + en - met negatieve getallen
Nieuw: Vermenigvuldigen met negatieve getallen
Nieuw: Delen met negatieve getallen
Aan het werk

Slide 2 - Slide

5 + 5 = 10
Dit noemen wij een ...
A
Som
B
Verschil
C
Product
D
Quotiënt

Slide 3 - Quiz

18 : 3 = 6
Dit noemen wij een ...
A
Som
B
Verschil
C
Product
D
Quotiënt

Slide 4 - Quiz

5 - 3 = ...
A
8
B
5
C
3
D
2

Slide 5 - Quiz


- 5 + 3 = ...
A
8
B
-8
C
2
D
-2

Slide 6 - Quiz


- 5 + -3 = ...
A
8
B
-8
C
2
D
-2

Slide 7 - Quiz


- 5 - -3 = ...
A
8
B
-8
C
2
D
-2

Slide 8 - Quiz

De rekenvolgorde is
A
1) delen en keer 2) haakjes 3) plus en min
B
1) haakjes 2) plus en min 3) delen en keer

Slide 9 - Quiz

Product met negatieve getallen
Ik krijg 4 keer in de maand 10 euro van mijn ouders
Hoeveel euro heb ik in totaal?

Slide 10 - Slide

Product met negatieve getallen
Ik krijg 4 keer in de maand 10 euro van mijn ouders
Hoeveel euro heb ik in totaal?

4 x 10 = 40 euro

We zien hier positief x positief
Uitkomst is dan ... ? 

Slide 11 - Slide

Product met negatieve getallen
Als ik 10 euro in de schuld sta heb ik -10 euro op mijn rekening staan.

Ik leen 3 keer deze week 10 euro van mijn klasgenoot 
Hoeveel euro staat er op mijn rekening?

Slide 12 - Slide

Product met negatieve getallen
Ik leen 3 keer deze week 10 euro van mijn klasgenoot
Hoeveel euro staat er op mijn rekening?
3 keer -10 euro
3 x -10 = -30 euro

We zien hier positief x negatief

Slide 13 - Slide

Product met negatieve getallen
We weten nu:
Positief x positief = positief (3x5 = 15)
Negatief x positief = negatief (-3x5=-15)
Positief x negatief = negatief (5x-3=-15)

We missen nu nog negatief x negatief

Slide 14 - Slide

Product met negatieve getallen
We zagen bij het verschil dat - en - samen plus werd:
5 - -3 = 5 + 3

Bij het product is dit hetzelfde
-5 x -3 = 15
We  zien hier negatief x negatief

Slide 15 - Slide

Product en quotiënt
We zagen net dat bij het product geldt:
Positief x positief = positief
Negatief x positief = negatief
Positief x negatief = negatief
Negatief x negatief = positief

Nu gaan we dit ook bekijken met delen

Slide 16 - Slide

Product en quotiënt

Bij het delen is het Precies hetzelfde als bij het vermenigvuldigen

Dat is fijn, hoeven we de regels maar 1x te leren

Slide 17 - Slide

Ezelsbruggetje
De lamp is wel aan -> aan
                        +       +    ->  +
De lamp is wel uit -> uit
                         +       -   ->   -
De lamp is niet aan -> uit
                          -      +    ->   -
De lamp is niet uit -> aan
                         -       -    ->  +

Slide 18 - Slide

Oefenen
4 vragen over delen en vermenigvuldigen met negatieve getallen

Slide 19 - Slide

Bereken:
4 x -4
A
16
B
8
C
0
D
-16

Slide 20 - Quiz

Bereken:
-7 x -2
A
9
B
-14
C
14
D
-9

Slide 21 - Quiz

Bereken:
8 + (-2 x 2) =
A
8 + 4 = 12
B
8 + - 4 = 4
C
8 + 0 = 8

Slide 22 - Quiz

Bereken:
-4 : -2 =

A
2
B
-2
C
4
D
0

Slide 23 - Quiz

Aan het werk
Aan de slag met het huiswerk, in fluisterstem met je buurman
Heb je vragen, steek je je vinger op
Huiswerk: Paragraaf 2.4 bladzijde 102
Opgaven: 55, 57, 60, 61, 63, 65, 67 en 69

55 en 57 zijn invulopgaven die mogen in je boek, de rest in je ruitjesschrift

Slide 24 - Slide

Wat heb ik dit hoofdstuk geleerd?

Slide 25 - Open question