a Een man uit België/ heeft/ twee zeldzame botten van een dinosauriër/ op een veilingsite/ gezet.
b De dinosauriër leefde ongeveer 200 miljoen jaar geleden.
c De verkoper heeft de resten van het skelet geërfd van zijn opa.
d Wereldwijd hebben wetenschappers maar honderd exemplaren van deze dinosauriër gevonden.
e De dinosauriër lijkt op een dolfijn.