Proefwerk 1BK Ordening

Oefentoets 1BK Ordening
Dit oefentoets gaat over ordening
- Waar/Niet waar
- Daarna meerkeuze vragen
- enkele openvragen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefentoets 1BK Ordening
Dit oefentoets gaat over ordening
- Waar/Niet waar
- Daarna meerkeuze vragen
- enkele openvragen

Slide 1 - Slide

Bacteriën spelen een rol bij de productie van rode wijn
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Bacteriën bestaan uit meerdere cellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Bacteriën voeden zich met dode resten van organismen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

In de afbeelding geeft P een bloem aan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Paddenstoelen behoren tot het rijk van de schimmels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Bij de productie van antibiotica worden schimmels gebruikt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

De zeester in de afbeelding is tweezijdig symmetrisch
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Dieren hebben celwanden om de cellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Schimmels groeien vooral op droge plekken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Bacteriën planten zich voort door deling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

In de afbeelding zijn 3 planten getekend. Van deze planten kan alleen de varen zich voorplanten door sporen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Bij zaadplanten groeien de zaden in de bloemen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Bladgroenkorrels kunnen onder andere als kenmerk gebruikt worden om organismen in te delen in vier groepen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De stekelhuidigen hebben een inwendig skelet met een wervelkolom
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Bij welke groep van het dierenrijk hebben de dieren een uitwendig skelet?
A
Bij de geleedpotigen
B
Bij de gewervelden
C
Bij de neteldieren
D
Bij de stekelhuidigen

Slide 16 - Quiz

In de afbeelding is een volwassen langpootmug en een emelt
getekend. Een emelt is een larve van een langpootmug.
Emelten leven vooral in vochtig grasland, twee tot drie
centimeter onder de grond. Ze vreten jonge plantdelen aan.
Wat voor symmetrie hoort bij de emelt?
A
tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Asymmetrisch

Slide 17 - Quiz

Welke van de dieren in de afbeelding heeft een uitwendig skelet?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4

Slide 18 - Quiz

Welk type skelet heeft dit dier?
A
Een inwendig skelet
B
Een uitwendig skelet
C
Het dier heeft geen skelet

Slide 19 - Quiz

In de afbeelding lees je een tekst uit een medische encyclopedie over zwemmerseczeem. Door welke organismen ontstaan zwemmerseczeem?
A
Door bacteriën
B
Door schimmels
C
Door wormen

Slide 20 - Quiz

Wat is de meest volledige definitie van een soort?
A
Een groep organismen die zich onderling kan voortplanten
B
Een groep organismen die te verdelen is in een aantal kleinere groepen
C
Een groep organismen die voor vruchtbare nakomelingen kan zorgen
D
Een groep organismen die een grote gelijkenis vertonen

Slide 21 - Quiz

Welke organen zijn er niet bij sporenplanten? Dat zijn
A
Bladeren
B
Bloemen
C
Stengels
D
Wortels

Slide 22 - Quiz

Bij een bepaald rijk hebben de organismen de volgende kenmerken:
- Om de cel zitten celwanden;
- In elke cel zit een kern;
- In de cellen komen geen bladgroenkorrels voor;
Bij welk rijk hebben de organismen deze kenmerken?
A
Bij het rijk van de bacteriën
B
Bij het rijk van de dieren
C
Bij het rijk van de planten
D
Bij het rijk van de schimmels

Slide 23 - Quiz

Bij welke groep van planten vindt de voortplanting plaats door middel van sporen die ontstaan in hoopjes aan de onderkant van de bladeren?
A
Bij de bomen
B
Bij de grassen
C
Bij de mossen
D
Bij de varens

Slide 24 - Quiz

Op rottend fruit tref je vaak witte, 'pluizige' draden aan. Deze draden zijn organismen. Welke cel kenmerken hebben deze organismen?

Slide 25 - Open question

Kunnen een Europese korthaar en een Egyptische Mau samen nakomelingen krijgen? Leg je antwoord uit
In afbeelding 9 zijn twee katten van verschillende rassen getekend.

Slide 26 - Open question

Dit stukje tekst hoort bij de volgende vraag
De tekst hieronder moet je gebruiken voor de vragen 30 tot en met 32
Curaçao is een eiland in het Caribische gebied. Er komen veel bijzondere soorten planten en dieren voor.
Het is bijvoorbeeld de thuishaven van de dividivi, de gebogen boom die een buiging lijkt te maken naar zijn publiek (zie afbeelding 10). De dividivi leunt altijd naar het westen vanwege de overheersende westenwinden. Hij kan 2–3 keer per jaar bloeien.

Slide 27 - Slide

Hoort de dividivi tot de sporenplanten of tot de zaadplanten? Uit welke informatie uit de tekst kun je dat afleiden.

Slide 28 - Open question

In de zee rond Curaçao leven algen, die bij de planten worden gerekend.
Welk kenmerk van de cellen van algen wordt gebruikt om ze bij de planten te rekenen?

Slide 29 - Open question

Tot welke groep van de planten behoort de ereprijs?

Slide 30 - Open question

Fleur heeft in de kerstvakantie haar broodtrommeltje met een paar boterhammen in haar schooltas laten zitten.
Als ze het na de vakantie openmaakt, ruikt de inhoud vies en zitten er heel veel witte draden over de boterhammen.
Wat is er gebeurd en welk rijk van organismen is hierbij betrokken?

Slide 31 - Open question

-Einde-
Dit is het einde van de toets. Ben je klaar dan druk je nu rechts onderin op het kruisje en dan kun je daarna de toets inleveren.
Laat de docent weten dat je klaar bent en dan kun je iets voor jezelf gaan doen.

Slide 32 - Slide