This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 4: ordening en evolutie
BS6 Planten
Slide 1 - Slide
Programma
1. Herhaling BS5 Bacteriën en schimmels
2. Doelen
3. Uitleg BS6 Planten
4. Aan de slag
Slide 2 - Slide
Welke onderdelen hebben bacteriën én schimmels?
A
celmembraan
B
cytoplasma
C
celwand
D
celmembraan, cytoplasma, celwand
Slide 3 - Quiz
De bacteriecel heet geen kernmembraan/ celkern.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
De bacteriecel is kleiner dan de cel van een schimmel.
A
onjuist
B
juist
Slide 5 - Quiz
Is een gist een eencellige of een meercellige schimmel?
A
eencellige schimmel
B
meercellige schimmel
Slide 6 - Quiz
Bacteriën én eencellige schimmels planten zich voort door:
A
celdeling
B
sporen
Slide 7 - Quiz
Meercellige schimmels planten zich voort door:
A
celdeling
B
sporen
Slide 8 - Quiz
Op welke manieren kunnen bacteriën nuttig zijn voor de mens?
Slide 9 - Mind map
Op welke manieren kunnen bacteriën en schimmels schadelijk zijn?
Slide 10 - Mind map
Aan het einde van de les:
- Kun je het plantenrijk indelen in vier stammen.
- Kun je van alle stammen kenmerken en voorbeelden benoemen. - Kun je de stam van de zaadplanten indelen in twee klassen en de bijbehorende kenmerken en een voorbeelden benoemen.
Slide 11 - Slide
Waarom zijn planten belangrijk voor de mens?
Slide 12 - Mind map
BS6 Planten
Belangrijk:
- Zuurstof in de atmosfeer
- Voedsel
- Kleding
Slide 13 - Slide
Planten
Domein: Eukaryoten
- bestaan uit meerdere cellen
- weefsels en organen (wortels, stengels, bladeren en bloemen)
Bij de indeling wordt gelet op de plantenorganen als kenmerk.
Slide 14 - Slide
Plantenrijk
4 stammen: 1. Mossen
2. Paardenstaarten 3. Varens 4. Zaadplanten
Slide 15 - Slide
Planten - voortplanting
- Mossen, paardenstaarten en varens
planten zich voort dmv sporen
--> sporenplanten
Zaadplanten planten zich voort dmv zaden - sommige zaadplanten hebben bloemen
Slide 16 - Slide
Zaadplanten
1. Bedektzadige planten 2. Naaktzadige planten
Slide 17 - Slide
Zaadplanten
1. Bedektzadige planten: zaden zitten in vruchten. De zaden zijn 'bedekt' door de vruchten. Bv. appels, kersen, bessen, peulen. - Alle planten die bloemen dragen (alle loofbomen & struiken), maar ook kruidachtige planten (witte dovenetel) & grassen.
Slide 18 - Slide
Zaadplanten
2. Naaktzadige planten: zaden zitten tussen de schubben van kegels. (Bv. kegels van dennen en sparren - naaldbomen)
- Als schubben open staan, liggen de zaden onbedekt "naakt"
tussen de schubben
- Geen bloemen
- Bladeren meeste naaktzadigen --> Naaldvormig
Slide 19 - Slide
Waarom zijn planten belangrijk?
Slide 20 - Mind map
In welke 4 rijken kunnen wij het plantenrijk indelen?
Slide 21 - Mind map
In welke 2 klassen kunnen wij zaadplanten verdelen?
Slide 22 - Mind map
Aan de slag
Opdrachten & begrippen van BS5 & BS6 maken
- BS5 Opdracht 38 t/m 42
- BS6 Opdracht 49 t/m 53
Wil je meer oefenen? Dan mag je meer opdrachten maken
Vrijdag 29 januari vóór 16.00 uur inleveren via It's Learning