H3 S1 2 columbus en stroeve reis

1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe heette de route waar producten vanuit Azië naar het midden-Oosten/Europa kwamen?
A
Middenroute
B
Specerijenroute
C
Zijderoute
D
Katoenroute

Slide 2 - Quiz

S2.1 Waarom ontstonden er nieuwe handelsroutes naast de zijderoutes?

Slide 3 - Open question

S2.5 Leg uit hoe de Portugezen de eerste zeeroute naar Afrika vonden.

Slide 4 - Open question

(1) Handelsposten uitbreiden in Afrika: tussenstops voor schepen en manieren om stap voor stap Afrikaanse kust in kaart te brengen
(2) Diaz: eerste reis via West-Afrika naar meest zuidelijke puntje van Afrika.
(3) Da Gama: eerste reis vanuit zuiden van Afrika, via Oost-Afrika verder naar Oosten > eerste zeeroute naar India. 

Slide 5 - Slide

Hoofddoel 3: Ik kan uitleggen hoe de ontdekkingsreis van Columbus is verlopen en welke gevolgen dit heeft gehad voor Europa.  
S3.1 Ik kan uitleggen waarom Columbus zijn reis niet zomaar kon opstarten.
S3.2 Ik kan uitleggen waardoor de zeereis voor Columbus en zijn bemanning stroef verliep (en bijna verkeerd afliep).
S3.3 Ik kan verklaren waardoor de Native Americans door Columbus ‘indianen’ werden genoemd.
S3.4 Ik kan verklaren waardoor de nieuwe wereld ‘Amerika’ is gaan heten en waarom ‘de nieuwe wereld’ ook geen juiste benaming was.
S3.5 Ik kan drie gevolgen noemen van de ontdekking van Amerika voor Europa (de oude Wereld). 



Slide 6 - Slide

Columbus

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Tijd voor geschiedenis
Hoofdstuk 2: een wereld in zicht.
2.3: De ontdekking van de nieuwe wereld.

Lees tekst 2.3.1
Opdracht: 1 +2
Schrijf het antwoord in je aantekeningenschrift:

S3.1 Ik kan uitleggen waarom Columbus zijn reis niet zomaar kon opstarten.

S3.2 Ik kan uitleggen waardoor de zeereis voor Columbus en zijn bemanning stroef verliep (en bijna verkeerd afliep).

Slide 10 - Slide

S3.1 Ik kan uitleggen waarom Columbus zijn reis niet zomaar kon opstarten.

(1) Eerst kreeg Columbus geen financiering en middelen voor zijn reis, verschillende koningen wezen zijn plannen af.
(2) Veel mogelijke bemanningsleden waren huiverig voor een onderneming over het grote onbekende water (angst voor zeemonsters, idee dat de aarde plat was etc.)
(3) Veel eten/drinken nodig voor een grote en onbekende onderneming.


S3.2 Ik kan uitleggen waardoor de zeereis voor Columbus en zijn bemanning stroef verliep (en bijna verkeerd afliep).

(1) Columbus deelde geen informatie over de te verwachte afstand die ze nog moesten afleggen.

(2) Columbus had de werkelijke afstand onderschat.

(3) Ruzie met gezagvoerder en ontevreden bemanning. 

Slide 11 - Slide