hoofdstuk 5 les 1

1 / 20
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesinhoud
  • Terugblik op vorige les - rekenen met tijd
  • Meer maten (geld, gewicht)
  • SmartRekenen

Slide 2 - Slide

Rekenen in tijd

Slide 3 - Slide

Rekenen in tijd
2, 5 uur =2 uur 30 min

Hoeveel is 2,7 uur? 

Slide 4 - Slide

Rekenen in tijd


2,7 uur =

2 uur + 0,7x60= 2uur + 42 = 2 uur 42 minuten 

Slide 5 - Slide

Rekenen in tijd
Als 2 uur 30 min = 2,5 uur

Hoeveel is 2 uur 50 min? 

Slide 6 - Slide

Rekenen in tijd
2 uur 50 min = 2 +50:60 = 2+0,8 = 2,8

Slide 7 - Slide

Rekenen in tijd
Het is nu 15: 37: 12

Hoe laat is over 10 uur 47 min 45 sec later? 

Slide 8 - Slide

Rekenen in tijd
15 37  12
10 47 45
--------------
25 84 57    =   2 uur 24 min 57

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Afronden in geld
0,1,2 wordt 0
10 euro 21 cent -----------> 10 euro 20 cent
3,4,5,6 7 wordt 5
10 euro 24 cent ----------->10 euro 25 cent
10 euro 27 cent------------>10 euro 25 cent
8,9 wordt 0
10 euro 28 cent ------------->10 euro 30 cent


Slide 11 - Slide

€ 5,03 wordt afgerond op

Slide 12 - Open question

€ 15,86 wordt afgerond op

Slide 13 - Open question

€ 12,02 wordt afgerond op

Slide 14 - Open question

€ 26,72
A
€ 26,75
B
€ 26,70
C
€ 26,80
D
€ 27,-

Slide 15 - Quiz

Jan Willem heeft een sprinttraining.
Tijdens de training moet hij 6 keer 40 seconden sprinten.

Hoeveel minuten moet Jan Willem in totaal sprinten?

Slide 16 - Open question

3,5 min. = ........ s

Slide 17 - Open question

1:02 u = ......... min.

Slide 18 - Open question

Hoeveel seconden moet de
stoommaaltijd in de magnetron?

Slide 19 - Open question

Log in SmartRekenen
 
Maak H5 - Meer maten Paragraaf 5.1 en  5.2


Slide 20 - Slide