Burgerschap thema 2

• Burgerschap
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 6

Omgaan met elkaar

Burgerschap kies 3

Thema 2

klas 2

Wat gaan we deze les doen?

Doelen:
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat identiteit is,  erfelijke eigenschappen zijn en hier voorbeelden bij noemen en uitleggen wat referentiekaders zijn.
Je kunt uitleggen wat relaties zijn, seksuele geaardheid en vertellen welke verwachtingen er in relaties kunne zijn.

-Uitleg afwisselend met opdrachten maken

Persoonlijke identiteit

Je persoonlijke identiteit: de kenmerken die jou onderscheiden van anderen, zoals je uiterlijk, gedrag, afkomst, interesses, hobby’s, karakter en overtuigingen.

Vraag: dat wat op je paspoort staat is onderdeel van je identiteit. Welke onderdelen van je

identiteit ontbreken er op een paspoort? 

WIE BEN IK? > IDENTITEIT

• Identiteit = iets dat uniek is aan iemand
• Het is niet makkelijk om je identiteit te omschrijven

Verschillende identiteiten

Boef

Rutte

Toelichting op de linker afbeelding zie je rapper Boef, hij behoort tot een van de populairste rappers van Nederland. Op de rechter afbeelding zie je Mark Rutte, minister-president van Nederland.

Bespreek in de klas:

• Tot welke groep(en) denk je dat Boef hoort? En tot welke groep(en) Mark Rutte?

• Denk je dat zij ook tot dezelfde sociale groepen behoren?

• Als je tot dezelfde sociale groep als Boef behoort, hoe denk je dan dat je naar Mark Rutte zou kijken? En andersom?

Licht toe: doordat je het gevoel hebt dat je bij een bepaalde groep hoort, beoordeel je jouw eigen groep vaak ook positiever, andere groepen zie je vaak in een negatief daglicht. 

Maak opdracht 1 op blz 56/57

Referentiekader

Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen

van waaruit iemand denkt en handelt. Een referentiekader wordt ook wel een ‘sociale
 bril’ genoemd

Nature vs. Nurture

- Nature: aanleg/erfelijkheid

- Nurture: omgeving/opvoeding

Wist je dat er kinderen zijn die opgevoed zijn door dieren? Hierdoor is de ontwikkeling anders en kun je dus het verschil tussen nature en nurture zien.

Maak opdracht 2  en 3 op blz 57 t/m 61

Soorten relaties

- zakelijke relaties

- samenwerkingsrelaties

- persoonlijke relaties 

- liefdesrelaties. 

Relaties

Welke relaties zie je hier?

Maak opdracht 1 op blz 63/64

Verwachtingen

Door de relatie die je met iemand hebt, kun je bepaalde verwachtingen hebben.

-Zo kan een baas verwachten dat je gepaste kleding draagt

-Van docenten wordt verwacht dat ze het juiste voorbeeld geven

Heb jij nog een voorbeeld? Wat wordt er van jou verwacht op school/sport/thuis/werk

Assertief

Voor jezelf opkomen, eerlijk zijn over je mening en gevoelens. Bijvoorbeeld door nee te zeggen als iemand je iets wil verkopen of in een relatie aangeven wat je wel/niet wil

Gender(identiteit)

De meeste Nederlanders accepteren verschillen in seksualiteit en de voorkeuren van anderen.

Toch hebben mensen om hun seksuele geaardheid nog steeds gediscrimineerd, gepest, geintimideerd en soms wordt tegen hen geweld gebruikt. Dit is verboden en gelukkig komen steeds meer mensen hiertegen in actie.

Bron: Paarse Vrijdag Krant 2017

Seksuele geaardheid
(bekendste, er zijn er meer)

Heteroseksuele geaardheid

Homoseksuele geaardheid

Biseksuele geaardheid

Je geaardheid is aangeboren

Opdracht 2 en 3 maken blz 65 t/m 68

sociale media

-Website

-Theorie

-Opdrachten maken

www.hoezomediawijs.nl

Sociale media

-communicatie in verschillende vormen

-Welke vormen van sociale media heb je?
-Waar maken jullie gebruik van?

Opdrachten maken

-Klassikaal maken opdracht 1 tm 3 van paragraaf 3

Groepsgedrag

-Rol: de manier waarop je je in een bepaalde groep gedraagt

-Van welke groepen maak jij deel uit?

-Rolconflict: als jou rol in een bepaalde situatie botst met jou eigen normen en waarden

-Groepsdruk: als je door mensen in een groep tot gedrag aangezet wordt wat je eigenlijk zelf niet wil

Opdrachten maken

klassikaal opdracht 1 tm 3 maken van paragraaf 4

Daarna Kahoot sociale media

play.kahoot.it

Wat gaan we deze les doen?

-Samenvatten hoofdstuk

-Blz 90 begrippen opdracht

-Opdrachten maken

-Vragen stellen

Omgaan met elkaar

Wat weet jij nog? Schrijf op....
Waar gingen de volgende paragrafen over?

1 Relaties

2 Sociale media

3 Groepsgedrag

4 Asociaal gedrag, Geweld en Seksualiteit

Begrippenopdracht

Begrippen lezen en leerlingen om beurten betekenis laten voorlezen.

Wie kan er een voorbeeld noemen bij elk begrip? Dat wordt vaak op de toets verwacht.

Verwerkingsopdrachten

Maak klassikaal opdracht 1 tm 3 vanaf blz 91 in het werkboek

Vragen?

Heb je nog vragen over dit hoofdstuk???

Hoe ga jij je op de toets voorbereiden?