VG3A Do 26/01 uitleg zinsbouw

Bonjour VG3A!
Planning
  • Pak je schrift --> aantekeningen over zinsbouw
  • Check zinsbouw
  • Vocabulaire B
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour VG3A!
Planning
  • Pak je schrift --> aantekeningen over zinsbouw
  • Check zinsbouw
  • Vocabulaire B

Slide 1 - Slide

Zinsbouw - de basis
  • Eenvoudigste zin = onderwerp + gezegde + lijdend voorwerp
  • --> vaste volgorde in het Frans

  • De volgorde in het Nederlands kan anders zijn

Slide 2 - Slide

Zinsbouw - de basis
Mijn vader      |     heeft         |          een nieuwe auto.
Mon père        |    a                  |           une nouvelle voiture.

onderwerp    |     gezegde   |     lijdend voorwerp


Het gezegde bestaat in deze zin uit 1 werkwoord

Slide 3 - Slide

Zinsbouw - de basis
Mijn vader      |     heeft         |          een nieuwe auto           | gekocht.
Mon père        |    a         (1)         |   acheté    (2)     |        une nouvelle voiture.

onderwerp    |     gezegde  (deel 1 in Frans)  |   gezegde (deel 2 in Frans)  lijdend voorwerp

Het gezegde bestaat in deze zin uit 2 werkwoorden, deze blijven bij elkaar staan

Slide 4 - Slide

Zinsbouw - de basis
"Normale" Franse zin:
Mijn vader      |     heeft         |          een nieuwe auto.
Mon père        |    a                  |           une nouvelle voiture.

  • Een bepaling (bijvoorbeeld van tijd --> demain, aujourd'hui, maintenant, etc) komt in een Franse zin vooraan te staan. (vaste volgorde)
  • Demain  | mon père  | va acheter  | une voiture.
  • NL: Morgen | gaat (1) | mijn vader | een auto | kopen (2).


Slide 5 - Slide

Zinsbouw. De ontkenning
  • In het Frans bestaat de ontkenning meestal uit 2 onderdelen:
  • ne                                                                                     (voor persoonsvorm)
  • en pas (encore) / plus / rien / jamais / etc.    (achter persoonsvorm)


ne ... pas               = niet/geen
ne ... pas encore = nog niet
ne ... plus              = niet meer
ne ... rien               = niets
ne ... jamais          = nooit

Slide 6 - Slide

Zinsbouw. De ontkenning (1/2)
  • In het Frans bestaat de ontkenning meestal uit 2 onderdelen: ne ... pas

  • Woordvolgorde Frans:
Onderwerp | ontkenning "ne" | gezegde | ontkenning "pas" | lijdend voorwerp
Ma mère | n'   | aime  | pas | le poisson.

  • Woordvolgorde Nederlands:
Onderwerp      | gezegde   | ontkenning   | lijdend voorwerp/rest vd zin
Mijn moeder   |   houdt  | niet  | van  | vis.

ne ... pas               = niet/geen
ne ... pas encore = nog niet
ne ... plus              = niet meer
ne ... rien               = niets
ne ... jamais          = nooit

Slide 7 - Slide

Zinsbouw. De ontkenning (2/2)
  • Bij de ontkenningen niemand (personne ne) & niets (rien ne) --> komt het 2e deel na het hele gezegde



Slide 8 - Slide

Zinsbouw. De ontkenning (2/2)
zie naslag

Slide 9 - Slide

Zet deze woorden in de juiste volgorde, zodat er een correcte zin ontstaat
ma mère
a
acheté
un livre

Slide 10 - Drag question

Zet deze woorden in de juiste volgorde, zodat er een correcte zin ontstaat
hier,
Louis
travaillé
a

Slide 11 - Drag question

Voor de volgende les:
  • Bestudeer in de naslag de info over "zinsbouw"
  • Maak de opdrachten over zinsbouw & maak de oefentoets
  • Leer op www.verbuga.eu de werkwoorden in de verschillende tijden
  • Volgende week donderdag 2 februari toets over de grammaire van de naslag & vocabulairelijsten 

Slide 12 - Slide