1.2 wie bepaalt wat je koopt ? les 3

Wie bepaalt wat je koopt? 
1.2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wie bepaalt wat je koopt? 
1.2

Slide 1 - Slide

Planning
Terugblik
Uitleg
Zelfstandig werken
Nabespreken.

Slide 2 - Slide

De invloed van winkeliers en fabrikanten op wat je koopt
A
Sociale invloed
B
Commerciële invloed

Slide 3 - Quiz

Commerciële invloed
Sociale invloed

Slide 4 - Drag question

Kim wilt graag nieuwe schoenen kopen die € 250 euro kosten maar dit kan ze deze maand niet uitgeven. Welk begrip past hierbij
A
Smaak
B
Geslacht
C
Leeftijd
D
Budget

Slide 5 - Quiz

Kim en Chaima gaan samen uiteten en kiezen samen een restaurant uit. Kim wilt een pizza eten en Chaima sushi. Welk begrip past hierbij?
A
Leeftijd
B
Geslacht
C
Budget
D
Smaak

Slide 6 - Quiz

Wat willen bedrijven bereiken met reclame?
A
Dat je hun reclame afkijkt
B
Dat je wacht tot het product in de aanbieding komt
C
Dat je aandacht/interesse krijgt voor het product en het koopt
D
Vermaken

Slide 7 - Quiz

Wat is het voordeel van reclame?
A
Reclames hebben geen voordelen
B
Het kan korting opleveren
C
Dat je meer schermtijd krijgt
D
Je leert nieuwe producten kennen

Slide 8 - Quiz

Rekenen: procenten van een aantal/bedrag
          Formule: te berekenen aantal/bedrag = percentage : 100 x aantal. 
Vraag = Op een fiets van 350 euro krijg je 15% korting. Hoeveel korting is dat?

Stap 1: Maak van de vraag een som. 
15% van 350 euro =

Stap 2: Maak van het percentage een decimaal getal. Deel het getal door 100. 
15 : 100 = ....................

Stap 3: Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal. 
.......................... x 350 euro = ............................................

Slide 9 - Slide

Procenten/percentage berekenen
 Op een fiets van 350 euro krijg je 15% korting.

1. Hoeveel is 15 % van350 euro

2. percentage  delen door  100
Dus: 15 / 100 = 0,15

3. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal. 
Dus: 0,15 x 350 = 52,50 euro korting.

Slide 10 - Slide

Hoeveel kost mijn aankoop met korting?
Nieuwe prijs berekenen. 
Zara jas kost € 95 
Korting   20 %

 Wat is het stappenplan ? 


Slide 11 - Slide

Berekening nieuwe prijs
Stap 1 :   20 / 100= 0,2

Stap 2 : 0.2 x 95 =  € 19

Stap 3:  € 95 - €19 =  €76.

Slide 12 - Slide

Jan koopt een nieuwe PlayStation van
€599. Hij krijgt 10 % procent kassakorting. Hoeveel korting is dat?
A
€ 55 .
B
€ 66.
C
€ 59.9.
D
€ 56.

Slide 13 - Quiz

Kim koopt een jas die € 150 kost. Vanwege uitverkoop zit er 20 procent korting op de jas. Hoeveel korting is dat?



A
€ 25
B
€30
C
€ 40
D
€ 20

Slide 14 - Quiz

Een fles shampoo kost normaal €2,10. Nu krijg je 30% korting.
Hoeveel kost de fles shampoo nu?

Slide 15 - Open question

Zelfstandig werken
Maken 
Opdracht 
11 t/m 15 
Blz 22 t/m 23
timer
10:00

Slide 16 - Slide