This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 3 De bloedsomloop
Basisstof 1 Bloed
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.
Slide 2 - Slide
Bloed
Een volwassen mens heeft ongeveer 4 a 5 liter bloed in zich.
bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma en voor 45% uit andere bestanddelen
Slide 3 - Slide
Functie
De functie van bloed is vervoer van alles wat nodig is om het lichaam te laten functioneren. Bloed vervoert onder andere voedingsstoffen, zuurstof en warmte.
Koolstofdioxide en andere afvalstoffen worden door het bloed afgevoerd.
Slide 4 - Slide
Samenstelling bloed
Slide 5 - Slide
Bloedplasma
Het bestaat voor 91% uit water.
Voor 7 % uit plasma eiwitten. Deze eiwitten helpen bij de bloedstolling (hard worden bloed)
Voor 2% uit opgeloste stoffen. Denk hierbij aan zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen en afvalstoffen
Slide 6 - Slide
Rode bloedcellen
Zijn rond van vorm met een klein deukje in het midden. Ze hebben geen celkern.
Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
Hemoglobine zit in rode bloedcellen en hiermee bindt zuurstof zich makkelijk aan de rode bloedcel.
Slide 7 - Slide
Witte bloedcellen
Hebben wel een celkern.
Ze zijn zeer "flexibel" van vorm zodat ze buiten de bloedvaten kunnen komen.
Witte bloedcellen doden ziektemakers. Ze gaan hierbij zelf dood. Pus en etter zijn dode witte bloedcellen.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Witte bloedcellen "eten" de ziekteverwerker op als een soort pacman en gaat daarna zelf dood.
Slide 10 - Slide
Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn een soort propjes met armen.
De bloedplaatjes zorgen voor de bloedstolling.
Als er in een bloedvat een gat zit vormen de bloedplaatjes een soort net over het gat. Na een tijdje worden ze hard en houden ze de andere bloedcellen tegen. Denk aan korstjes.