Hoofdstuk 8: kansrekenen

Hoofdstuk 8: rekenen met kansen 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
MavoWiskunde+1Secundair onderwijs

This lesson contains 40 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 8: rekenen met kansen 

Slide 1 - Slide

Leerstofoverzicht
Thema 8: rekenen met kansen
2. Kansrekenen
Wat is kans?
Kansen berekenen

Slide 2 - Slide

Wat is kans?

Kans betekent hoe groot de kans is dat iets zal gebeuren.

Bijvoorbeeld, de kans dat het morgen regent, of de kans dat je een dobbelsteen gooit en een zes krijgt. 

Het gaat dus over hoe waarschijnlijk het is dat iets gebeurt.

Slide 3 - Slide

Hoe bereken je kans? 
Om kansen te berekenen gebruik je de formule voor kansberekening:



  • Je moet dus eerst het aantal mogelijkheden berekenen (zie vorige les met de productregel).
  • Daarna bereken je het aantal gewenste mogelijkheden.
  • De kans bereken je nu door het aantal gewenste mogelijkheden te delen door het totaal aantal mogelijkheden.

Een kansboom is vaak handig om kansen te berekenen. 
 


Slide 4 - Slide

Belangrijk!
Een kansboom is vaak handig om kansen te berekenen. 

Slide 5 - Slide

Hoe schrijven we de kans?
Kans is een voorbeeld van een verhouding. 
Verhoudingen kunnen we schrijven als:
  •  breuk, 
  • een decimaal getal 
  • of een percentage. 

Dus kans kunnen we dus ook schrijven als breuk, een kommagetal of een percentage.

Slide 6 - Slide

3 maal na elkaar gooien met een muntstuk

Slide 7 - Slide

3 keer na elkaar gooien met een muntstuk (voorbeeld p. 242)

Slide 8 - Slide

Stap 1: teken een kansboom (= boomdiagram)

Slide 9 - Slide




Stap 2: vul aan de hand van de kansboom de tabel aan

Slide 10 - Slide




Stap 2: vul aan de hand van de kansboom de tabel aan

Slide 11 - Slide



Hoeveel verschillende combinaties of mogelijkheden zijn er?
(2 x 2 x 2 productregel of tel in de kansboom het aantal eindpunten


Slide 12 - Slide


Elke combinatie is even waarschijnlijk 
dus elke combinatie is 1  van de 8 mogelijkheden of 1 op 8
De kans op elke combinatie is dus 1/8 of 12,5%

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat hebben geleerd?

Slide 16 - Slide

Voorbeeldoefening 1 p. 243

Slide 17 - Slide

Voorbeeldoefening 1 p. 243

Slide 18 - Slide

Voorbeeldoefening 1a p. 243

Slide 19 - Slide

Voorbeeldoefening 1a p. 243

Slide 20 - Slide

Voorbeeldoefening 1b p. 243

Slide 21 - Slide

Voorbeeldoefening 1b p. 243

Slide 22 - Slide

Voorbeeldoefening 1c p. 243

Slide 23 - Slide

Voorbeeldoefening 1c p. 243

Slide 24 - Slide

Voorbeeld
oefening 2 p. 244

Slide 25 - Slide

Voorbeeld
oefening 2 p. 244

36 (6 x 6 = 62 productregel of tellen hiernaast)

5 (zie blauwe hokjes hiernaast)



Slide 26 - Slide

Voorbeeldoefening 2 p. 243

Slide 27 - Slide

Voorbeeldoefening 2 p. 243

Slide 28 - Slide

Voorbeeldoefening 2 p. 243

Slide 29 - Slide

Voorbeeldoefening 2 p. 243

Slide 30 - Slide

Ben ik mee?
BIM p. 248 deel 2

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Oefeningen
Oefeningen p. 254 tot en met p. 259

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Klaar?
Maak de uitbreiding 2 uit het leerpad

Slide 40 - Slide