What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
werkwoordspelling groep 6 t.t blok 5 + start v.t.
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Dit kun je al!
Je kunt de persoonsvorm vinden in een zin.
Je kunt het onderwerp vinden in een zin.
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed schrijven.
Je kunt werkwoorden die van klank veranderen in de verleden tijd goed schrijven. (lopen - liep - gelopen, vinden - vond - gevonden)
Je hebt nodig:
- je staalboekje > werkwoorden en je wisbordje
Slide 2 - Slide
werkwoordschema
1. Moet ik de persoonsvorm invullen?
JA > tegenwoordige tijd > stam
stam + t
hele werkwoord
NEE > (volt deelw) > gewone regels (langermaakwoord)
Slide 3 - Slide
(vertrouwen) Ik heb haar heel lang .........
A
vertrouwt
B
vertrouwd
Slide 4 - Quiz
(kopen) Gisteren ....... ik mijn favoriete boek.
Slide 5 - Open question
(afbranden) Het huis is gisteren volledig.......
Slide 6 - Open question
(braden) .......... jij het vlees 20 minuten?
Slide 7 - Open question
Dit ga je leren!
Je leert de regels voor de persoonsvorm in de verleden tijd bij werkwoorden die klankvast zijn.
Slide 8 - Slide
werkwoordschema
Moet ik de pv invullen > NEE > gewone regels.
Ja > tegenwoordige of
verleden tijd
?
verandert van klank > gewone regels
NIEUW
klank vast > enkelvoud > stam +de/ stam+te
meerv > stam +den / stam +ten
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Ik doe het voor
wandelen
Karsten .............. vandaag door het park.
Karsten .............. gisteren door het park.
Karsten heeft door het park ......................
Slide 11 - Slide
Ik doe het voor
werken
De kinderen .............. vandaag aan hun weektaak.
De kinderen .............. gisteren door het park.
De kinderen hebben aan hun weektaak ..................
Slide 12 - Slide
We oefenen samen: wisbordje
Vul de juiste vorm in van het werkwoord vertellen
1. De juf .................. een verhaal. (t.t)
2. De juf ................ gisteren een verhaal. (v.t.)
3. De juf heeft een verhaal ...................
Slide 13 - Slide
We doen het samen: wisbordje
Vul de juiste vorm van het werkwoord
fietsen
1. Het meisje ................. naar haar oma (t.t.)
2. Het meisje ............... naar haar oma (v.t.)
3. Het meisje is naar haar oma .................
Slide 14 - Slide
verbouwen
De boeren ............................ vorig jaar graan op hun akker.
Slide 15 - Open question
vinden
........... jij het cadeautje leuk?
Slide 16 - Open question
afmelden
Hij ................... zich vorige week af voor het toernooi.
Slide 17 - Open question
Nog een paar tips
* Gebruik bij werkwoordspelling ALTIJD je schema.
* Twijfel je over stam + t? Vul het werkwoord lopen of smurfen in.
Slide 18 - Slide
Ik kan de stam van een werkwoord schrijven.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 19 - Poll
Ik weet welke regels ik moet gebruiken om de persoonsvorm tegenwoordige tijd te schrijven.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 20 - Poll
More lessons like this
herhaling werkwoordspelling
March 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6-8
Werkwoordspelling 1F
May 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
werkwoordspelling groep 7 verleden tijd klankvaste ww blok 3
November 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
werkwoordspelling groep 6 tegenwoordige tijd blok 3
March 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Nederlands Werkwoordspelling oefenen voor de toets
January 2019
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
werkwoordspelling groep 6 tegenwoordige tijd blok 3
7 days ago
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
werkwoordspelling groep 6 tegenwoordige tijd blok 3
4 days ago
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
De werkwoorden
March 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Lager onderwijs