What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
werkwoordspelling groep 6 tegenwoordige tijd blok 3
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Dit kun je al!
Je kunt de persoonsvorm vinden in een zin.
Je kunt het onderwerp vinden in een zin.
Je kunt vertellen in welke tijd de zin geschreven staat.
Je hebt nodig:
- je staalboekje > werkwoorden
- je wisbordje en stift
Slide 2 - Slide
Op welke manier vind je de persoonsvorm in een zin?
Slide 3 - Open question
Sinterklaas vult de schoen bij de openhaard.
A
persoonsvorm: Sinterklaas
B
persoonsvorm: vult
C
persoonsvorm: de schoen
D
Er zit geen persoonsvorm in.
Slide 4 - Quiz
Dit ga je leren!
Je leert de stam van een werkwoord schrijven.
Je leert de persoonsvorm tegenwoordige tijd schrijven met behulp van het werkwoordschema (staalboekje)
Slide 5 - Slide
Ik doe het voor
De stam is de ik - vorm van het werkwoord.
werken - ik werk De stam is
werk
vinden - ik vind De stam is
vind
redden - ik red De stam is
red
fietsen - ik fiets De stam is
fiets
Slide 6 - Slide
We oefenen samen: wisbordje
Schrijf de stam op van de volgende werkwoorden:
denken
branden
lopen
weten
Slide 7 - Slide
tegenwoordige tijd
Slide 8 - Slide
We doen het samen: wisbordje
Vul de juiste vorm van het werkwoord
rijden
1. De Sint .......... met zijn paard over de daken.
2. ............. jullie ook paard?
3. Ik ............... geen paard.
Slide 9 - Slide
Ik doe het voor.
kneden
Ik (stam)
kneed
het deeg.
Kneed
jij (stam) het deeg?
Piet (stam + t)
kneedt
het deeg.
De pieten (hele werkwoord)
kneden
het deeg.
Slide 10 - Slide
vinden
Hij .......... het Sinterklaasfeest erg spannend.
Slide 11 - Open question
vinden
........... je zusje het cadeautje leuk?
Slide 12 - Open question
bezoeken
De rommelpieten ................ elk jaar de school.
Slide 13 - Open question
Nog een paar tips
Is het de persoonsvorm?
Nee > gewone regels
Ja, de persoonsvorm t.t. heeft maar 3 keuzes: stam, stam + t of het hele werkwoord
Twijfel je? SMURF het dan!
Slide 14 - Slide
Ik kan de stam van een werkwoord schrijven.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 15 - Poll
Ik weet welke regels ik moet gebruiken om de persoonsvorm tegenwoordige tijd te schrijven.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 16 - Poll
More lessons like this
werkwoordspelling groep 6 tegenwoordige tijd blok 3
4 days ago
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Werkwoordspelling 1F
May 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
werkwoordspelling groep 6 tegenwoordige tijd blok 3
7 days ago
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
werkwoordspelling groep 7 verleden tijd klankvaste ww blok 3
November 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Lesson with
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
werkwoordspelling groep 6 t.t blok 5 + start v.t.
April 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Pv tt en vt
December 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1